mM Tactische oefening op de Kaart.
lÉÉs 2e 5ene.
Oplossing uan oeiening Do. 2.
Gevraagd worden in de le en 2e plaats: het marschbevel voor
de brigade van Tjinrahi naar Padalarang en de bevelen van den
brigade-Commandant voor het detachement van Overste A.
Alvorens bevelen voor den rnarsch te geven, moet de brigade-
Commandant uit den aard der zaak beslissen wat te doen met het
detachement van Overste A.
Het eenvoudigst zou zijn dit detachement te laten, waar het
was en de vertraging voor 's vijands eventueelen opmarch ook voor
den volgenden dag daaraan op te dragen. Er moet echter rekening
worden gehouden met de prestaties van het detachement op 19
en 20 December, in verband waarmede het gewenscht is bedoelde
vertraging aan andere troepen op te dragen, waartoe dan ook
wordt besloten.
Aangewezen wordt daarvoor een detachement onder majoor B.,
bestaande uit Inf. II, Cav. '/i I> Art. 2/3 4 bg., Mitr. '/3 2, een sectie
genie, 1 optische sein-brigade. Ten einde echter gedurende den
marsch der brigade nog nut te trekken van het detachement van
Overste A, wordt bepaald, dat het detachement tot 6.30 n. m. in
de om 3.30 n. m. ingenomen positie zal blijven, om daarna, met
achterlating van >/2 Compagnie Infanterie, respectievelijk op den
Lagadar en te Melong 1, terug te trekken op Padalarang.
Een gevolg van dit besluit is, dat de afmarsch van Tjimahi,
thans gedekt door het detachement van overste A, weinig zorg zal
baren. Het eenige punt, waar last van den vijand zou kunnen
worden ondervouden, is Gadobangkong 1, wanneer nl. de vijand
reeds dadelijk nadat overste A. zijn stelling bij de Paseban verliet,
Cav. over Batoedjadjar had gedirigeerd. Wel wijzen de ontvangen
berichten er op, dat zulks niet is geschied, maar voorzichtigheids
halve dient met die mogelijkheid rekening te worden gehouden.
De brigade-Commandant geeft nu de volgende bevelen uit.
waarbij is aangenomen, dat reeds te voren was bepaald op welke
uren ongeveer de verschillende onderdeden zich voor den afmarsch
gereed moesten houden.
273