Mrt. 1914.] Boekbeoordeeling en -aankondiging. tegenover den 1. V. verschillen met die tegenover den B. V. en is S. er volkomen in geslaagd, die verschillen in zijn werk duidelijk tC Hi?6 verdeelt den strijd tegen den 1. V. in 2 hoofdperioden: a. de le periode, waarin de strijd wordt aangegaan met de geheele weer bare bevolking (de periode van het georganiseerde verzet), b de 2e peSde, waarin opgetreden wordt tegen de overgebleven "verzetshoofden met hunne benden", (blz 4.) Deze verdeeling vinden we door het geheele werk terug wordt steeds bij de behandeling der verschillende onderwerpen °PEenS mi der Zve^schtf'm et den strijd tegen den B. V. beschrijft S. op blz 10 Bij den strijd tegen den B. V. brengt men zijnen tegen stander vaak bij de vervolging na het gevecht de meeste verhezen toe Bii den strijd tegen den 1, V. echter met S eeeft hier en later (blz. 45 en 160) aan, dat de vervolging wel' is waar nooit achterwege mag blijven, doch maakt de zeer juiste conclusie: „ALie tactische handelingen moeten dus daarop Tericht zijn den vijand tijdens het gevecht zoo gevoelig mogelijk "fe treffen? zonder op mogelijk toe te brengen verhezen bij de ::X0ll!remVotdetneenr''oP gewezen, dat bij den strijd tegen den I. V uitTuitmd offensief moet worden opgetreden om succes te verkrijgen, doch tevens wordt hier gewaarschuwd tegen gejing schatting van den vijand, omdat men door het succes van het offe. sief licht overmoedig wordt (blz. 12.) Die offensieve gedachte komt in het geheele werk duidelijk uit. uw Bij het behandelen der verspreide orde doet S. u'tk"me+npüenoïer versnreiden zooals dat geschiedt tegenover een B. V., tegenover den I V geen reden van bestaan heeft, doch dat, wanneer men er in bijzondere omstandigheden wel eens toe genoodzaalkt de afdeelingen min of meer te verspreiden, men dan toch zal moe ten zorgen overal minstens twee man steeds bij elkaar te hebben, liefst echter worden dan groepjes van 3, 4 of 5 man gevormd. (blIn het hoofdstuk over „Ophelderings- en verkHe"ni"g^diebtj' S aan dat de ophelderingsdienst tegenover den I. V. uitsluitend door spionnen behoort te worden verricht of wel door ondervraging der bevolking, gevangenen enz, terwijl pas voor de verkennmgs- dfenst de organen van het leger, (inf. en cav.) in aanmerking k°VoortsbbehandehnS12hoe aan het einde van de le periode de vuur wapenen worden ingenomen, en het dragen van blanke wapenen wordt verboden, de onderworpen bevolking wordt geregistreerd enz, in 't kort hoe een gebied wordt gepacificeerd, van uit een grooter o kleiner aantal vaste bivaks over zulk een gebied verspreid en waarbij elk bivak zijn eigen patrouille-gebied heeft. 278

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 96