IS I Eenige opmerkingen naar aanleiding tan evi G'5 beschouwingen oner het gebruik der Artillerie. M 1). In zijne kritiek over punt 64 (2) van de gevechtshandleiding zegt G. „wanneer de verdedigende artillerie zoo handelt, dan moet het resultaat zijn, dat de vijandelijke batterijen gemakkelijk tot op korten afstand van de verdedigende stelling kunnen oprukken en daar zonder eenige moeite elke gewilde stelling kunnen innemen". Ja, indien er werkelijk artillerie officieren zijn, die denken, dat de zwakke verdedigende artillerie dit alles aan de hand van 64 (2) moet toelaten, dan is eene redactiewijziging noodig, doch kan men volstaan met toevoeging van het woord „hoofdzakelijk", zoodat de laatste zinsnede dan zal luiden „en al hare krachten hoofdzakelijk aan de bestrijding der vijandelijke infanterie te wijden". M.i. heeft bij de tegenwoordige redactie de zwakke verdedigende artillerie wel degelijk tot plicht te vuren op oprijdende of van stelling verwisselende artillerie; dit toch is heel iets anders dan „den strijd met die des vijands aan te binden". En nu het door G. beschreven applicatorisch gedeelte, waaruit zou moeten blijken dat 64 (2) niet goed is. In de eerste plaats de opstelling. Omdat hij eene zwakke verdedigende artillerie heeft, plaatst hij van deze in eene vrij nadeelige stelling alleen dan toch maar „om zich aan de uitwerking van het aanvallend artillerievuur te onttrekken", zooals 64 (2) voorschrijft. Verwachtte hij zwakke artillerie of geen artillerie, dan ging hij met deze Wi batterij na tuurlijk ook vóór in den kampongrand staan om zeker te zijn van zijne vuurleiding en om vuur te kunnen brengen tot op korten afstand voor de infanterie. Zijne opstelling is dus geheel volgens 64 (2), ook de „doelmatige" opstelling van de sectie in den voorrand is daarmede niet in strijd. Verder bewijst G. in zijn voorbeeld niets. Hem restte nog te bewijzen,, dat deze artillerie den strijd met eene overmachtige aanvallende artillerie wel degelijk had kunnen aanbinden. Hij had daarvan zijn voorbeeld verder moeten uitwerken en op zijne stelling een aanval 218 I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 36