De ziekendragers bij bet Dndische heger.
Met betrekking tot onderwerpen betreffende de uitoefening van
den militair-geneeskundingen dienst in- en na het gevecht, worden
we in het I. M. T. niet verwend. We gelooven niet dit te moeten
toeschrijven aan weinig belangstelling voor die onderwerpen bij
de officieren van gezondheid of bij de troepen-officieren; de oorzaak
moet, naar vermeend wordt, gezocht worden in de omstandigheid,
dat, om ter zake beschouwingen te kunnen leveren, die voor opname
in het tijdschrift belangrijk genoeg geacht worden, men dikwijls
van oordeel is, dat men zoowel tacticus als medicus moet zijn.
Wél krijgen nu onze medici, althans voor een groot deel, eene tac
tische opleiding, maar de duur van den daartoe gegeven cursus is
slechts kort, terwijl degenen, die den cursus volgden, slechts zelden
in de gelegenheid zijn bij oefeningen op eenigszins groote schaal
de nooden van hunnen dienst in het gevecht te leeren kennen.
De troepen-officieren, vooral diegenen, die van de gevechtsleer
een bijzondere studie maakten, zijn, wat dat betreft, in het voordeel,
maar missen weer de noodige kennis voor hetgeen eene goede
behandeling van zieken en gewonden vereischt.
Hoewel de toestand in andere landen niet veel van den bovengeschet-
sten afwijkt, zien we toch, dat in de militaire lectuur in die landen
meermalen artikelen voorkomen over bedoelde onderwerpen (Boerner,
Niebergall, Beyer, Berthier e. a), die er zeer zeker veel toe bijdragen
het lot van onze gewonden in de toekomst goed verzorgd te zien,
maar uit den aard der zaak wordt daarin geen rekening gehouden
met speciaal Indische toestanden. Het is vooral met het oog hierop,
dat wij wrijving van gedachten over onderwerpen betreffende de uit
oefening van den geneeskundigen dienst vóór, in, en na het gevecht
in het belang van het leger achten.
Een stap in de goede richting te dien opzichte mag genoemd
worden de applicatorische studie van den heer E Sieburgh, opge
nomen in de December aflevering van 1912 en de Januari aflevering
van 1913. Door dien schrijver werden de voorschriften, vervat in
223