April 1914.] De werkzaamheden der moderne bereden-art. snelvuren van 4 schoten per stuk op twee afstanden en nemen daar door een strook van 350 M. breedte en 200 M. diepte onder vuur (in den voorrand van Warak en Randoeares, van waaruit gevuurd wordt op eigen infanterie, welke nog niet zichtbaar is). Aangenomen, dat om 5 minuten een dergelijk snelvuur wordt afgegeven, (waar schijnlijk eerst om de 10 minuten, later eenige malen met 1 a 2 mi nuten tusschenruimte), dan worden toch 13 snelvuren afgegeven, voordat de inleidende troepen Warak en Randoeares binnenrukken en heeft dit per stuk 104 G.K. gekost (dus alle G.K. uit den caisson- achterwagen (58), alle G. K. uit den caissonvoorwagen welke bij het in stelling komen bij de stukken worden neergelegd (22), be nevens nog 24 van den caisson (met voorwagen) van de lste afdee- ling G.T., welke dus reeds is moeten komen oprijden en met de leege caissons en geledigde voorwagens is weggereden). Deze eerste afdeeling G.T. heeft daarna omgespannen met de 2de afdeeling G.T. en deze gaat met de vier leege caissons per batterij naar de munitiecolonne. (Dit omspannen is noodig, omdat de 2de afdeeling G.T. den hoofdweg niet kan verlaten om de batterij te bereiken, anders was natuurlijk de lste afdeeling G.T. direct naar de munitiecolonne gereden). De tweede batterij heeft langzaam gevuurd met granaten op die gedeelten van de werkers, waarop goed kon worden waargenomen en heeft door enkele gelukkige treffers het resultaat verkregen, dat het werken, voorzoover zichtbaar, heeft opgehouden. Er zijn ver schoten 18 G. per stuk. De afdeelings-cominandant heeft ge zorgd, dat bij het verwisselen der caissons bij de andere batterijen, deze G. uit de weggebrachte caissons zijn aangevuld. 9.45. Alle drie batterijen krijgen last te vuren op de stelling. In verband met den afstand kan dit slechts met G(2). Door het op loopend terrein is de waarneming gemakkelijk. Er wordt alleen gevuurd op enkele loopgraven, die men bezet ziet en alleen een 304 1) Het verdient tegenwoordig nog evenals vroeger aanbeveling de voorwagens der vuurmonden tot het laatste toe vol te laten. Bij eene stellingverwisselling is men dan altijd zeker met munitie in stelling te komen, ook al blijft de caisson steken. 2) Bij de invoering der eenheidsprojectielen kan er natuurlijk meer uitwerking verkregen worden met deze projectielen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 18