April 1914.] De WERKZAAMHEDEN DER MODERNE BEREDEN-ART.
cijfer 573.9, eerst Noord van het woord Djatisari, dan door de t.
daarvan en dan ten Zuiden van Djat.
De stelling is gemaskeerd door voorgelegen kampongrand. Enkele
dikkere boomen kappen. Vuurleiding op een kerkhofje ten Zuiden
van de kali Sraten naast het paardenpad naar Kembangaroem. Vuur
uit deze stellingen te brengen op het terrein voor en achter de Witte
kruis kolonie. Boomen op den hoofdweg beletten het vuur op het
stellinggedeelte ten Zuid-Oosten van dezen weg.
Zoodra Infanterie terrein wint, wordt het Zuidelijker gelegen
terrein verkent.
Ik verken stelling bij Doekoeh, en blijf aldaar bevelen afwachten
(hpt. 541)."
Bovenstaande berichten zijn om 8.35 verzonden en om 8.50 bij
Regiments-Commandant (alles XXX) aangekomen.
Deze deelt ze mede aan den A.B., welke daarna zijne bevelen
van 9 uur uitdeelt (zie boven).
De Regiments-Commandant geeft daarna bevel aan den af-
deelings-commandant A II bg. bij Doekoeh hpt. 541
„Breng Uwe afdeeling in bewakingsstelling bij Doekoeh langs het
voetpad bij S. van k. Sraten, zoodanig dat vuur gegeven kan wor
den op het ten Noord-Westen van den marschweg gelegen gedeelte
van de vijandelijke stelling. Zoek seingemeenschap met mij (Boegel).
Door mij is aan den oudsten B.C. Uwer afdeeling gelast de afdee
ling te brengen door Djatisari en Tjabean tot de bocht in den weg
300 M. ten Zuiden van Tj. van Tjabean."
Aan den oudsten B.C. van A II Bg. zendt de Regiments-Comman
dant het volgende bevel:
„Breng de geheele afdeeling A II Bg. door Djatisari en Tjabean
naar de bocht in het paardenpad 300 M. ten Zuiden van Tj. van
Tjabean en wacht aldaar bevelen van uwen afdeelings-commandant af.
Deze heeft last gekregen de afdeeling in stelling te brengen bij
Doekoeh hpt. 541 langs een voetpad door S. van kali Sraten. Hij
bevindt zicht bij hpt. 541".
Het in stelling komen der afdeeling geschiedt verder normaal.
De Afdeelings-commandant zendt naar bovengenoemde bocht in den
1) Ik noem hier steeds slechts het essentieele gedeelte van de bevelen.
Dat de Regiments-Commandant zijn bevel aanvangt met eene korte me-
dedeeling over den stand van zaken, spreekt vanzelf.
310