April 1914.] De werkzaamheden der moderne bereden-art.
Op den 20sten Augustus is een blauw detachement sterk:
3 Regimenten infanterie,
3 Escadrons cavalerie,
1 Regiment artillerie, bestaande uit:
1 afdeeling veld-artillerie a 3 batterijen,
2 afdeelingen berg-artillerie a 2 batterijen,
met hulpwapens en treinen uit het Noorden in Bringin aangekomen,
met opdracht om over Salatiga en Witte kruis kolonie naar Grabag
te marcheeren en deze plaats te bezetten.
De hoofdmacht bivakkeert van den 20sten op den 21 sten in
Bringin.
De zelfstandige cavalerie (2 escadrons) is den 20sten te 9 uur
v.m. door Bringin getrokken en had opdracht dien dag ophelderend
in eene bepaalde strook door te rukken tot Pandean 9 K.M.
voorbij Witte kruis kolonie) en Grabag te verkennen. Doordat zij
op den vijand is gestooten, heeft zij Pandean niet kunnen bereiken
en overnacht in Tegalsari (paal 33 Zuid van Salatiga op marschweg).
Zij heeft den 20sten bericht:
Om 10 uur v.m. werd Salatiga onbezet bevonden, zwakke cava-
leriepatrouilles ontmoet en teruggedreven bij Sraten, Salatiga en
Tingkir
Om 12 uur zijn de afdeelingen op den marschweg bij Moedja
gestuit op cavalerie met infanterie, waarvoor ook het gros heeft
moeten terugtrekken.
Om 3 uur zijn de voorste roode infanterie afdeelingen gaan
bivakkeeren in Witte kruis kolonie, Warak en Randoeares met
patrouilles op de wegen.
Om 5 uur zijn bivaks gezien in Gondang, en Soemagawe. Veel
paarden werden gedrenkt in de riviertjes tusschen Gondang en
Soemagawe.
De wegen naar die bivaks waren afgesloten door Infanterie.
(Blauw) Gros is teruggetrokken op Tegalsari. Van officierspatrouilles
geen bericht.
In den avond van den 20sten geeft de blauwe detachements-com-
mandant een marschbevel uit voor den volgenden dag.
Om 6!4 uur v.m. (het uur van afmarsch) staat het hoofd van de
hoofdmacht bij hpt. 408 (tusschen paal 35 en 36) en is de marschorde
de volgende:
288