April. 1914.] De werkzaamheden der moderne bereden-art.
1. wachtmeester-verkenner,
1. korporaal-verkenner,
2. korporaals-telefonisten,
1. trompetter-teleionist,
1. paardenhouder,
1. ordonnans,
1. wielrijder.
Technische hulpmiddelen:
De korporaals-telefonisten en de trompetters ieder 1 telefoon
toestel met draadrollen. Verdere hulpmiddelen niet bekend. De
verkenners beschikken waarschijnlijk over eenige kleine hoekmeet-
instrumenten en seinmiddelen.
De Duitsche samenstelling is mij onbekend. Vermeldingswaard is
echter de toevoeging aan den afdeelingsstat van een „Beobachtungs-
wagen" voorzien van alle mogelijke waarnemings- en verbin-
dingsmaterieel o. a. een hooge waarnemingsladder met schild.
Nederlandsch-Indië:
Volgens: Reglement Veld-Artillerie VI bestaat deze uit:
1. majoor Commandant,
1. luitenant-adjudant,
1. trompetter (ordonnans),
1. Inlandsch stukrijder (paardenhouder),
Geen technische hulpmiddelen.
C. Hulp- en veri<enningspersoneel der batterij.
Frankrijk: (de juiste formatie is moeilijk te vinden):
1. opperwachtmeester,
2. wachtmeesters,
1. wachtmeester-mecanicien,
2. korporaals,
4. trompetters,
(waarschijnlijk ook nog paardenhouders voor den B C. en de
telefonisten).
Telefoonmaterieel: (bij 1 der korporaals en 1 trompetter) - ie
lefonen, 1 draadhaspel met 500 M. draad en eenige gereedschappen.
Bovendien nog I caisson met waarnemingsmiddelen, waarop
1 onbereden waarnemer en 2 onbereden seiners metdenoodigehulp-
1) Kriegstechnische Zeitschrift 1912 No: 10.
322