April 1914.) De Militair-politieke toestand van Japan in 1913. ong. 2500 door van de keuring weg te blijven, waarvoor er 460 gestraft werden. Een ander blad vermeldde het volgende: Den llden Augustus moesten 300 reservisten voor herhalings oefeningen bij het 8ste R.I. te Osaka opkomen. Hiervan ontbraken er 35 onder voorgeven, dat zij ziek waren. Toen men daarop de opgekomenen naar hun gezondheidstoestand ondervroeg, verklaarden slechts 20 man, dat zij volkomen gezond waren; al de anderen beweerden aan de een of andere kwaal te lijden. Bij geneeskundig onderzoek bleken echter slechts 10 °/0. werkelijk ongesteld te zijn de overigen hadden getracht van de oefeningen vrij te komen. Volgens hetzelfde blad zou zich bij andere korpsen iets dergelijks, doch in mindere mate dan bij het 8ste R.I., voorgedaan hebben De militaire autoriteiten zijn er op uit om door streng toezicht bij de keuringen en het bedreigen met zware straffen het kwaad zooveel mogelijk tegen te gaan. Voorts is eene herziening van de bepalingen betreffende den zeswekelijkschen dienst onder de wapens in bewerking; het ministerie van oorlog zou hier omtrent eindelijk overeenstemming met het ministerie van onderwijs verkregen hebben. Onder de maatregelen, welke in 1913 tot vermeerdering van de populariteit van het leger genomen werden, verdient vermelding, dat Generaal Fujii, commandant der 7de brigade infanterie, een aantal inrichtingen van middelbaar onderwijs te Osaka tot deelne ming aan de herfstoefeningen zijner brigade uitnoodigde. Aan die uitnoodiging gaven 1120 leerlingen gehoor, terwijl meer dan twee maal zooveel de oefeningen als toeschouwer bijwoonden. Betreffende het landbouwonderwijs in het leger, eveneens een middel tot bestrijding van den tegenzin in den dienstplicht, bevat bijlage 1 eenige mededeelingen. Met nadruk moet gewaarschuwd worden tegen het maken van 342 1) Niet zelden wordt de hulp van bovenaardsche machten ingeroepen om vrij van den dienst te komen, waarvan vele priesters gaarne tot eigen voordeel gebruik maken. Een Buddhistisch priester te Osaka had zich tot eene specialiteit in deze richting ontwikkeld en verstrekte verschillen de toovermiddelen en amuletten aan hen, die niet wenschten te dienen, waarvoor hij 1 tot 15 yen in rekening bracht. Toen echter in 1913 70 jongelingen niettegenstaande de hun verkochte middelen op de lijst der dienstplichtigen gebracht werden, was de teleurstelling van de ouders van dezen zoo groot, dat de zaak ruchtbaar en de priester weldra door de politie in verzekerde bewaring genomen werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 56