De Militair-politieke toestand van Japan in 1913. [April 1914. gevolgtrekkingen omtrent den geest onder de manschappen zelve naar aanleiding van het bovenstaande. De geest van het leger is zoo goed als hij maar zijn kan, eenige op zichzelf staande ge vallen van ontevredenheid daargelaten. Dat het Japansche legerbestuur voorloopig niet voor een incom pleet van het officierskorps behoeft te vreezen, blijkt hieruit, dat zich in 1913 4542 aspiranten aanmeldden voor 511 plaatsen als aspirant-officierhet aantal candidaten voor plaatsing op de cadet tenscholen bedroeg in hetzelfde jaar 4424, het aantal opengestelde plaatsen 300. Paarden. Sedert zijne oprichting in 1906 heeft het departement voor de paardenfokkerij aangekocht in het binnenland 551 en in het buiten land 547 fokhengsten. In 1906 dekten 298 fokhengsten 11681 merriën, hetgeen aanleiding tot de geboorte van 5531 veulens gaf; in 1912 daarentegen dekten 621 hengsten 26007 merriën, waaruit 12536 veulens geboren werden. Hoewel de eischen aan particuliere dek hengsten gesteld verhoogd werden, steeg hun aantal van 4361 in 1906 tot 4713 in 1912. Ook de taille werd grooter, hetgeen blijkt uit het volgende: TAILLES. 1906. 1912. Onder 1.424 M Boven 1.424 M 472 3889 53 4660 Paardententoonstellingen 1906. 1912. Aantal tentoonstellingen Aantal paarden Aantal bekroningen 15 1098 466 20 1171 610 343

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 57