April 1914.] De Militair-politieke toestand van Japan in 1913. Het aantal rennen bedroeg in 1906 8, in 1912 17, terwijl het record van de Eng. mijl van 1 min. 53 sec. op 1 min 48 sec. gebracht werd. Aan premiën werd in 1906 uitbetaald 10412 yen voor 111 paarden, in 1912 61140 yen voor 716 paarden. Het castreeren van niet voor de voortteeling geschikte heng sten krijgt wel meer ingang, doch slechts langzaam. Hoewel er derhalve vooruitgang in de fokkerij te bespeuren valt en de gevolgen daarvan onder de troepenpaarden zeer goed merkbaar zijn, is de toestand nog lang niet gunstig en is het legerbestuur genoodzaakt zijne eischen bij de keuring van bij mobilisatie aan te schaffen paarden zeer laag te stellen. De minister van oorlog wees op de bijeenkomst van den 8sten Juli de provinciale gouverneurs op de noozakelijkheid van deskundig toezicht op de paardenfokkerij op het platteland en betoogde, dat de belasting op rijpaarden de vraag naar rijpaarden doet vermin deren en dus de pogingen van het ministerie van oorlog tot ver betering zijdelings tegenwerkt. In dezelfde bijeenkomst riep Generaal Kusunose de medewerking van de provinciale gouverneurs in om het aanleggen van hooilan den en het verbouwen van andere, voor paarden geschikte voeder gewassen te bevorderen. In den loop van het jaar werd eene commissie benoemd om na te gaan, of in het bestaande stelsel van remonteering verbetering mogelijk is. Velen achtten de uitkomsten van de werkwijzen van het departement van de paardenfokkerij en het hoofdbureau van het remontewezen niet in overeenstemming met de groote kosten. De commissie bestaat uit de inspecteurs van de cavalerie en de bereden artillerie, den chef van het departement van de paardenfokkerij, den directeur van het remontewezen, den chef van de afdeeling alge- meene militaire zaken van het ministerie van oorlog en de daaron der behoorende chefs van de onderafdeelingen der cavalerie en der artillerie. In 1913 kocht het departement van de paardenfokkerij in het bui tenland 70 paarden, waarvan 44 hengsten. Wapening en techniek. In 1913 werd de verwapening van de cavalerie met de karabijn Meiji 44 (met bajonet) voltooid. 344

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 58