April 1914.] De Militair-politieke toestand van Japan in 1913. fabriekaat geen eerste qualiteit, zooals de directie der Japansche staatsspoorwegen ondervond, toen zij hare rails niet meer in het buitenland, doch te Wakamatsu besteld had. Toch wist de regeering de toestemming van den rijksdag te krij gen om aanzienlijke sommen aan vergrooting van de capaciteit der fabriek te besteden. Echter werden onder invloed van den alge- meenen drang tot bezuiniging de toegestane gelden over meer jaren verdeeld dan aanvankelijk voorgenomen was. Niettegenstaande de gunstige mededeelingen van Gen. Nakamura in de kamer van afgevaardigden gaan er nog steeds geruchten over het geheel of gedeeltelijk overdoen van het staatsbedrijf te Wakamatsu aan de particuliere nijverheid. Zoowel de Kawasaki-werf te Kobe als de Mitsu Bishi vennootschap zoudeu genegen zijn, daartoe „me dewerking" te verleenen. Op het einde van 1913 was betreffende een en ander nog niets zekers bekend. Eene andere groote inrchting tot vervaardiging van ijzer en staal, geschut, enz., de Japansche staalfabriek te Muroran (Hokkaido), liet in het verslagjaar eveneens van zich spreken. Deze fabriek, het ei gendom van de Engelsche maatschappijen Vickers, Sons Maxim Ltd. en Armstrong, Whitworth Co. Ltd., en van de Japansche Hok kaido Tanko Kabushiki Kaisha, gaat het niet voorspoedig. Van Ja pansche zijde wordt beweerd, dat de beide Engelsche fabrieken bij hare leveringen aan Japan scherp met de fabriek te Muroran con- curreeren; zelfs concurrentie tusschen haar beide zou voorgekomen zijn, toen het Japansche ministerie van marine den slagkruiser „Kongo" in Engeland wilde doen aanbouwen. Voorts was het uitblijven van groote bestellingen voorde Japan sche zeemacht wegens de bezuinigingspolitiek in 1913 een groote tegenvaller geweest. De twee Engelsche maatschappijen zonden in het najaar van 1913 ieder een gemachtigde naar Japan om de noodige maatregelen te nemen. Bijzonderheden hieromtrent zijn nog niet bekend, doch de geheele directie, met haar president Vice-Admiraal Yamanouchi aan het hoofd, heeft haar ontslag ingediend. Betreffende beheer en exploitatie in de toekomst kan nog niets bericht worden; hoogstwaarschijnlijk zal het huis Mitsui Co., dat de meeste der Japan- sche aandeelen bezit, een overwegenden invloed op den gang van zaken krijgen. In Augustus 1913 kwam uit Engeland aan een ingenieur met eenig 346

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 60