De ouergaüe Dan bet legercommando door den luitenant-generaal G, G. E. nan Daalen aan den generaal-majoor 3. P. fDichielsen. Den eersten April om tien uur v.m. had de overgave van het legercommando in het paleis in het Hertogspark plaats in tegen woordigheid van de officieren van het Departement van Oorlog, den afdeelingscommandant en de korps en plaatselijke commandan ten in de eerste militaire afdeeling. Daar de vele officieren, die niet in de gelegenheid waren dit plechtige oogenblik bij te wonen, ongetwijfeld belang zullen stellen in het daarbij gesprokene, geven wij hier de redevoeringen van den scheidenden en den optredenden legercommandant. Na de militaire begroeting van de aanwezigen, sprak generaal Van Daalen M. M. H. H. Het heeft H.M. behaagd mij op mijn verzoek met ingang van mor gen eervol uit den mil. dienst te ontslaan met de U bekende dank betuiging en tot mijn opvolger te benoemen den Generaal-Majoor Michielsen. Hoewel ik, terugziende op het afgeloopen vierjarig tijdperk, tevre den kan zijn, bekruipt mij toch een gevoel van onvoldaanheid, omdat het mij niet gegeven mocht zijn alle maatregelen te zien doorgevoerd, welke door mij noodig worden geacht voor de verbetering van de positie van het personeel, noch te zien tot standkomen verschillende reorganisatiën, door mij bij de Regeering voorgebracht in het belang van de weerkracht van het Leger. Bij mijn optreden heb ik in de allereerste plaats bijzondere aandacht gewijd aan het met kracht herstellen van de zeer verslapte krijgstucht. Ik zal niet in beschouwing treden over de oorzaken van genoemd treurig verschijnsel, doch wensch slechts aan te stippen, dat de tijd geest en de oprichting van de militaire bonden veel ertoe hebben bijgedragen de tucht in het Leger te ondermijnen. 355

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 69