April 1914.] De overgave van het legercommando. Men wil wel eens beweren, dat onze opvattingen van krijgstucht ge heel uit den tijd zouden zijn en dat men het soldatenvak niet anders mag beschouwen dan ieder willekeurig ander vak. Ik behoef U niet te zeggen, dat een zoodanige opvatting niet toelaat baar is, en dat dus de militaire autoriteit zich tot plicht behoort te stellen, dergelijke uitingen met kracht te bestrijden. Het Leger blijve een instrument van het Gezag, en men dulde daarin geen democratische of socialistische beweging!. Vervolgens had ik mij voorgenomen zoo spoedig mogelijk de tijde lijk op de Buitenbezittingen gelegerde veldtroepen weder naar Java terug te roepen, ten einde het Veldleger zoo goed mogelijk berekend te maken voor zijn taak, n.l. het zoo noodig met geweld keeren van elke aanranding van buiten, waardoor het vanzelf tevens geschikt zou blijven om op te treden tegen den 1. V. Het mag een wanbegrip heeten, dat sommigen een afzonderlijk oefeningsstelsel noodig achten voor het optreden tegen een 1. V., omdat een marsch- en slagvaardig leger, georganiseerd als het onze, in staat is iederen vijand tegemoet te treden. Voor de bereiking van genoemd doel was het noodig de regle menten en voorschriften, rekening houdende met de lessen van den laatsten oorlog, te herzien, en een enkel nieuw tactisch voorschrift uit te geven, en werden achtereenvolgens voorstellen ingediend voor de reorganisatie zoowel van verschillende onderdeelen van het Le ger als van het Leger in zijn geheel. Uiteraard werden evenzoo voorstellen gedaan voor de vorming van de niet te ontberen reserves, niet slechts om in tijd van oorlog algeheele desorganisatie te voorkomen, doch vooral ook om stof te krijgen voor de samenstelling van de nieuwe eenheden, welker oprichting de door mij urgent geachte legeruitbreiding mogelijk zullen maken. Omtrent de invoering van een militiestelsel voor de Nederlanders op Java en Madoera, ter vervanging van de schutterijen op Java, is dan ook reeds algeheele overeenstemming verkregen met de Ind. Regeering, zoodat deze aangelegenheid nog slechts de sanctie van het Opperbestuur behoeft. De beginselen voor de invoe ring van eene beperkte militie onder de Inlanders op Java zijn vast gesteld en ten slotte is mede een voorstel aanhangig gemaakt om de pensioensgrens voor inlanders terug te brengen tot 15 jaren, 356

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 70