April 1914.] De overgave van het legercommando. Ten slotte is door mij ernstig gestreefd naar verbetering van de positie van het legerpersoneel, naar verbetering van de wapening, de voeding, van de kleeding en uitrusting en van de woningtoe standen. Achtereenvolgens zijn o.a. voorstellen aanhangig gemaakt: voor verhooging van de kapiteins-, majoors- en luitenant-kolonels traktementen, voor verhooging van de pensioenen van kapiteins en majoors, voor verbetering van de weduwen pensioenen, voor verbetering van de soldij der onderofficieren, voor verbetering van de financieele positie van den Europeeschen soldaat, voor de toekenning van reisdaggelden aan de gezinnen, voor verhooging der reisdaggelden, voor verbetering van de positie van de oficieren van gezondheid, voor verhooging van de soldij en de premiën van den Inl. soldaat, en voor verhooging van de bezoldiging van den subalternen officier in het algemeen en van de onderluitenants. Hoewel aangaande verschillende van genoemde voorstellen nog geen Regeeringsbelissing is gevallen, mag de hoop worden uitgespro ken, dat zij in algemeenen zin wel zullen worden verwezenlijkt, omdat de Regeering, niettegenstaande de in verschillende opzichten moeie- lijke tijden, waarin van alle zijden op lotsverbetering wordt aange drongen, steeds een welwillende houding heeft aangenomen, waarvoor het Leger Haar dank is verschuldigd. Volledigheidshalve wensch ik nog een enkel woord te weiden aan de gezagsverhoudingen in ons Leger. Het is uiteraard overbodig hier uitvoerig uiteen te zetten, dat meerhoofdig gezag in de militaire hiërarchie niet toelaatbaar is, en dat zoowèl de leiding van het Departement van Oorlog als het be vel over het Leger in één hand moet berusten. De bestaande instructies voor de Afdeelings- en Gewestelijk mil. Commandanten en van de Chefs van Wapens en Diensten, die tevens afdeelingschefs van het Departement van Oorlog zijn, houden niet voldoende rekening met het zooevengenoemd beginsel en zijn oor zaak geweest, dat de gezagsuitoefening en de gezagsdelegatie in het Leger meermalen niet op de juiste wijze hebben plaats gevonden. Ik heb het bepaald noodig gevonden deze uiterst gewichtige aan- 358

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 72