De overgave van het legercommando. [April 1914.
gelegenheid, in afwachting van de formatiewijziging, noodigomden
titel van de "Chefs" van Wapens en Diensten te wijzigen in dien
van "Inspecteur", voorloopig bij rondschrijven te regelen, terwijl
de nieuwe instructies voor de evenvermelde autoriteiten reeds gereed
zijn, doch niet zullen kunnen worden gepubliceerd voor dat de for
matie en verschillende reglementen, voorschriften en Algemeene Or
ders zullen zijn herzien.
Aan het einde gekomen van mijn rede, gevoel ik mij gedrongen
U allen en met name de afdeelings- en gewestelijk mil. commandan
ten, als mijne vertegenwoordigers in het Leger, en de afdeelingschefs
van het D. v. O., mijn dank te zeggen voor de groote werkkracht en
de uitnemende toewijding steeds aan den dag gelegd, en voor de wel
doordachte adviezen, mij vele malen verstrekt, zonder welke het
mij niet mogelijk zou zijn geweest mijn taak naar behooren te ver
vullen.
U, Generaal-Majoor Michielsen, weldra Legerbevelhebber, wensch
ik toe een voorspoedig commandotijdperk!
Moge het U zijn gegeven Uw aanstaande taak tot bevrediging
van Uzelven te vervullen!
Ik heb de eer thans het bevel over het Ned. Ind. Leger en het
beheer van het Departement van Oorlog in Ned.- Indië aan U over
te geven.
Hierop antwoordde generaal Michielsen:
Generaal van Daalen!
Naar aanleiding van de zooeven door Uwe Excellentie gespro
ken woorden en onder dankbetuiging voor de welwillende bedoe
ling te mijnen opzichte waarvan zij blijk gaven, moge mij een kort
wederwoord zijn toegestaan.
Voor U is thans het oogenblik aangebroken, dat ons allen een
maal te wachten staat, het oogenblijk n.l., waarop wij afscheid
moeten nemen van het kranige Indische Leger, nadat wij daaraan
gedurende tal van jaren en in den besten tijd van ons leven onze
beste krachten hebben gewijd.
Uiteraard echter kan het slechts weinigen onzer even als U be
schoren zijn op dat oogenblik den hoogsten rang in het Leger te
hebben bereikt en terwijl wellicht geen ander daarbij alsdan zal kun-
359