April 1914.] De overgave van het legercommando. nen terugzien op eene zoo schitterende carrière, als voor U, dank zij Uwe groote militaire gaven en Uwe buitengewone toewijding aan 's Lands dienst, was weggelegd. Moge een en ander ertoe bij dragen om U het afscheid niet al te moeilijk te maken. Als Uw aangewezen opvolger en nog heden Uw ondergeschikte past het mij niet een oordeel uit te spreken over al dalgene, wat door U in Uwe laatste hooge betrekking, die van Commandant van het Indisch Leger, ten bate van dat Leger is tot stand gebracht; trouwens de door U zelf daarvan gegeven opsomming is ten deze welsprekend genoeg; maar wel acht ik mij gerechtigd en verplicht in eene vergadering als deze een oogenblik te verwijlen bij Uwe uitstekende mil. diensten in het algemeen en meer in het bijzon der bij die vaak onder uiterst moeilijke omstandigheden te velde be wezen. In eene opsomming daarvan behoef ik mij voorzeker niet te begeven, zij zijn ons allen te goed bekend; doch ik acht het een voorrecht hier ter plaatse als vaststaande te mogen consta- teeren, dat de door U verrichte uitstekende daden te velde, mogen zij al in zeldzame gevallen zijn geëvenaard, door geen der andere roemrijke aanvoerders van vroegeren en lateren tijd, waaraan ons Indisch Leger zoo rijk is, zijn overtroffen. In de annalen van de Indische Krijgsgeschiedenis zal Uw naam dan ook steeds blijven voortleven als die van den „chevalier sans peur et sans reproche" bij uitnemendheid. Generaal van DaalenNog veel zou ik hieraan kunnen toevoegen, doch ook dit weinige moge voldoende zijn om U te kenschetsen als den man in wien het Indisch Leger veel verliest en wien het veel dank is verschuldigd, niet het minst omdat het door U gege ven verheven voorbeeld van Moed, Beleid en trouwe plichtsbe trachting nog lang zal blijven nawerken en ten allen tijde in staat zal blijken om anderen tot grootsche daden aan te sporen. Mogen voor U en de Uwen nog tal van welverdiende gelukkige jaren in het moederland zijn weggelegd en moge het Indisch Leger ook in den vervloge zich bij voortduring in Uwe hooggewaardeerde belang stelling blijven verheugen. Mijne heeren hier vergaderde Opper-, Hoofd- en verdere officie ren Van Uwe instemming met het zooeven door mij gesproken afscheidswoord aan onzen scheidenden Chef houd ik mij overtuigd. 360

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 74