April 1914.] Urr DE practijk.
De afdeeling slechte infanterieschutters had dus nog verreweg
betere uitkomsten dan de afdeeling scherpschutters der schutterij.
„Men kan moeielijk duidelijker het verschil doen zien tusschen het
vuur van den niet en van den wel gedisciplineerden oorlogsschutter",
besluit de R.M.S.
Een mooie oefening voor het schietkamp. 60 S.V. beveelt terecht
concurrentie-vuur, waarvan deze oefening een nuttige variatie is,
aan (alleen moet men niet veel verwachten van valschijven). Die zijn
in den regel onbetrouwbaar. Zij waaien om, vóór ze getroffen wor
den, of blijven soms aan het haakje hangen, ondanks de treffers.
Practischer is het, de schijven te doen vasthouden door manschap
pen en na een treffer te doen verdwijnen. Daartoe is een 234 M.
diepe en 3/4 M. breede loopgraaf met loodrechte wanden noodig,
waarin 9e schijvenhouders op gewilden afstand naast elkaar wor
den geplaatst, met den rug plat tegen den stijlen wand aan de zijde
der vurende afdeeling geleund.
De man ziet onafgebroken naar de schijf, die hij aan een bamboe
steel juist boven de loopgraaf zichtbaar houdt (kop, borst, of romp),
en laat haar bij een treffer dadelijk zakken.
Op onze buitenpost hielden wij indertijd alle concurrentie-vuren
op deze wijze. Deze hadden steeds een vlot en volkomen betrouw
baar verloop. De schijven maakten wij van afgekeurd dakgootijzer,
waarin de kogelgaten gemakkelijk met hamer en plaksnipper wer
den gedicht. Dit materiaal is duurzaan en licht. Een lange steel in
het midden.
De schijvenhouder went dan meteen aan de muziek van het mas-
savuur, dat hem rakelings over het hoofd sist en gonst en huilt en
knettert.
Het heuvelterrein van Madja leent zich prachtig voor zoo'n obser-
vatiegoot. Zij kan een flinke lengte hebben en volkomen afwateren.
M.
De gymnastiek in ons leger.
(Naar aanleiding van het artikel van den heer Schneider, voorko
mende in de Maart-aflevering '14 I. M. T. blz: 251.)
In zijn schrijven komt de heer S. tot de conclusie dat iedere
man zich slechts 4'/2 min. inspant per lesduur van 45 min. en wil
op grond daarvan een ander stelsel, volgens Zweedsche methode, waarbij
366