Bet 5oIdalenkind. De eigenaardige inrichting van ons Koloniale Leger, waar de mi litairen een vrouw en kinderen bij zich kunnen en mogen hebben, maakt, dat wij voor het wel en wee van deze ook al aansprake lijk zijn. Al moge nu de eerste stap gezet zijn op den weg tot geleidelijke vermindering van het concubinaat, verdwijnen zal het toch niet, waar deze gemeenschapsvorm zoo ingeworteld is in de geheele Indische Maatschappij. Doch hoe 't ook zij, de gemakkelijke huwe lijksvormen bij de Inlanders zullen over het oude concubinaat een ander vernisje trekken, en al of niet getrouwd volgens onze begrip pen, zal het kinderen-vraagstuk blijven wat het is, een moeilijk punt. Want de soldaat staat aan herhaalde overplaatsingen bloot; het voorbereidend-en gewoon onderwijs wordt telkens afgebroken en daar hij tot de ouders behoort, die maar weinig of niets betalen kunnen, wordt zijn kind met recht het kind van de rekening. De Inlandsche vader weet niet recht, wat zijne kinderen worden kunnen; een band en vereenigingsleven als bij de Amboineezen en Menadoneezen komt bij de inlanders nog niet of slechts in beginvorm voor, evenmin als een studie of een ondersteuningsfonds. Het is heel moeilijk te weten te komen, waar het soldatenkind, de „anak kollong" blijft, na een zekeren leeftijd van 10 a 12 jaren. De meeste meisjes schijnen weer huishoudster of soldatenvrouw te worden, dat brengt het spoedigste geld in, ten bate van de immer in schulden zittende ouders; enkele ouders zenden hunne meisjes tegen dien leeftijd naar hunne kampong terug. Geleerd hebben ze in den regel niets dan „masak" en „bekin rendah". Van de jongens bezoeken er een aantal de scholen, voor zoover daar plaats is, of de korpsschool, als die wordt gehoudenom op een zekeren leeftijd uit het rechtstreeksch gezicht te verdwijnen. Na een beetje lezen en schrijven geleerd te hebben, schijnt de band met de ouders wat losser te worden; de jongen werkt hier of 326

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 40