[April 1914.
pen van Inlandsche of met hen gelijkgestelde militairen te worden
overgelaten aan daarop rechthebbenden.
Daar de bepalingen van dat Reglement mede van toepassing zijn
op de voorloopige bewaring der goederen van wegens desertie af
gevoerde of op andere wijze vermiste militairen, mag het Gouverne
ment in zoo'n geval nog niet eens beslag leggen op dat verstrekte
„voorschot", maar moet dat b. v. aan den vader van den drosser
ter hand worden gesteld, die er natuurlijk een sedekah van geeft,
tot viering van de gelukkige ontsnapping van zijn telg.
A.
Discipline en oorlogssciiuiter.
Het Februari nummer der Revue militaire Suisse deelt eene be
langwekkende proef mede, in de Vereenigde Staten gehouden, om
den invloed der discipline op de schietresultaten van den oorlogsschut-
ter nategaan.
Vier afdeelingen van 32 schutters voerden hetzelfde vuur uit. De
eerste bestond uit uitgelezen schutters der schutterij, de tweede uit
goede, de vierde uit slechte schutters der infanterie, terwijl de derde
afdeeling was geformeerd uit mariniers, willekeurig aangewezen.
De schijf stond op 1200 yards (1080 M.), was 12 voet hoog en 48
lang en telde 16 ter halve hoogte aangebrachte verspreide borstfi-
guren van 60 c.M. hoogte.
De treffers werden door waarnemers, bij de schijf verdekt opge
steld, geteld. Bleven zij uit, dan bleef een groote roode vierkante
seinschijf recht omhoog zichtbaar, hetgeen beteekendevooruitgaan
onmogelijk! Was het vuurresultaat middelmatig, dan draaide de
waarnemer de seinschijf op zijn punt: vooruitgaan met éénen mo
gelijk! Verdween de seinschijf, dan duidde zulks op een goed resul
taat: vooruitgang met groepen mogelijk!
Beginnende op 1200 yards, moest elke afdeeling in een half uur
tijds en met 90 patronen per man zooveel mogelijk terrein zien te
winnen.
De schutterij-afdeeling (scherpschutters) kwam tot 975 yards.
De Infanterie-afdeeling goede schutters won 500 yards terrein, de
zuster-afdeeling slechte schutters 450.
De mariniers schoten tamelijk (geen cijfers).
365