[April 1914. allen tegelijk constant aan het werk zijn, gedurende den geheelen voor gymnastiek beschikbaren tijd. De uit te voeren oefeningen zouden zweedsche moeten zijn, in den geest van het door schrijver overgenomen schema. Dat de tijd voor lichamelijke ontwikkeling uitgetrokken zeer gering is, moeten wij erkennen, doch wij kunnen ons niét vereenigen met schrijvers denkbeeld om van het thans bestaande stelsel af te wijken. Voor 't oog houdende, dat de waarde van een stelsel beoordeeld wordt naar de resultaten, die er mede verkregen worden, zal ik trachten aan te toonen, dat de uitkomsten, met schrijvers stelsel bedoeld, nog verreweg zullen blijven beneden die, welke met ons stelsel in den geest van de Duitsche methode te bereiken zijn. De zweedsche gymnastiek, die schrijver zou willen ingevoerd zien, moet natuurlijk berusten op de grondslagen van het zweedsche stelsel, waarvan eenige der voornaamste zijn: 1. Alle oef: en bewegingen berusten op een anatonrischen en physiologischen grond. Oef: en bewegingen waarvan het anat: of phys. nut niet verklaard is, worden niet uitgevoerd. 2. Bij de uitvoering van iedere oef. moet een bepaalde correcte lichaamshouding worden aangenomen. Oef. waarbij de goede lichaamshouding benadeeld wordt, komen in het stelsel niet voor. 3. Omdat allen steeds constant aan het werk zijn, worden de vaste oefeningssoorten (aangegeven in schrijvers schema) ingedeeld volgens meerderen of minderen graad van lichamelijke inspanning, het culminatiepunt ligt, wat de inspanning betreft, in het voor laatste deel (zie schema). 4. Na iedere krachtige lichaamsinspanning worden steeds adem halingsoef: uitgevoerd. Verder zij aangeteekend, dat zeer veel zweedsche bewegingen langzaam worden uitgevoerd, zoodat het nuttig effect voor een groot deel afhangt van den goeden wil der gymnasten; de controle op de inspanning wordt daardoor moeilijk. Bij het Duitsche stelsel worden de bewegingen snel uitgevoerd en is inspanning dus noodzakelijk. Wil men het oefeningsschema afwerken, dan is er bijna geen tijd over voot het maken van op-en aanmerkingen. 367 I. M. T. 1914 25.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 81