Hygiënische Maatregelen in het Japansche Leger. [Mei 1914. overbrengers van infecties, en tegen muskieten, was elk Japanner voorzien van een muskieten gaas voor het hoofd. Wel waren de muskieten in Mandsjoerije niet met malaria-parasieten geinfecteerd, maar de kans, dat het zou gebeuren, bestond toch, omdat in het leger reservisten voorkwamen, die vroeger op Formosa malaria hadden opgedaan en die dus een gevaar van malaria-infectie voor de anderen vormden. Waar in Indië de malaria in hare hevigste vormen veelvuldig voorkomt en waar milliarden van muskieten daar zijn om infectie over te brengen, is het wel zaak den man daartegen bescherming te verleenen. Een afsluiting van het hoofd alleen zal niet voldoende zijn, ook handen en voeten moeten beschermd worden. De opne ming bij de velduitrusting van een veldklamboe was dan ook hoogst gewenscht. Bij Algemeene Order 1912 No: 21, is daarin voorzien. Van prophylactische chinine-verstrekking is bij de Japanners geen sprake geweest. Venerische ziekten schijnen bij de Japanners tijdens den veldtocht zeer zeldzaam te zijn voorgekomen; deze oorlog is wel de eerste geweest, waarbij, althans aan Japansche zijde, geen enkele vrouw is meegegaan. Waneer verblijf gehouden moest worden op grootere plaatsen, vooral, wanneer de Russen daar eerst geweest waren, werden onmiddellijk publieke huizen opgericht en onder beheer dei- militaire autoriteiten gesteld; een uiterst nauwkeurige geneeskun dige controle werd uitgeoefend en clandestiene prostitutie onmogelijk gemaakt. Merkwaardig is het beroep, dat in „de Handleiding omtrent Individueele Hygiëne" op den man wordt gedaan met de woorden: „De vrouwen in China en Korea zijn meerendeeis ziek. Bezoek haar niet, dan zal de wereld Uwe schande niet kennen en zullen Uwe kinderen er niet onder lijden". Daar venerische ziekten een kwaad vormen, dat in niet geringe mate aan de gevechtsvaardigheid van het Nederlandsch-Indisch Leger knaagt en overigens in Nederlandsch-Indië veel voorkomen, zal het zaak zijn, dat èn in vredestijd èn bij expeditiën èn bij een oorlog tegen dan B. V. op Java de volle aandacht aan dit moeilijke vraagstuk geschonken wordt. De Handleiding Militair Geneeskundigen Dienst I. V. punt 34 noot schrijft daaromtrent het een en ander voor, m.i. niet genoeg. Het kwaad wordt niet openlijk genoeg en niet met voldoende kracht tegemoet getreden. Wel wordt er op blz. 411

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 16