26 en 28 van de Hygiënische wenken voor den soldaat, een waar
schuwend woord over gesproken, maar dit voorschrift komt niet
in handen van den soldaat. Ook hier moet een goede individueele
hygiëne de grondslag zijn, waarop wordt voortgebouwd. Licht ver
spreiden op dit punt en het treffen van maatregelen in den geest
als door de Japanners genomen, is gebiedend noodzakelijk.
Het grootste gedeelte der ziektegevallen bij de Japanners moet
aan beri-beri geweten worden. Niet minder dan 80.000 lijders
werden naar Japan vervoerd, van wie 8000 overleden moeten
zijn. Nu schijnt de beri-beri een nationale ziekte der Japanners te
zijn. Evenwel komt zij ook in Nederlandsch-Indië veelvuldig voor.
Over de ontstaansoorzaken schijnt men het niet eens te zijn; de
Japansche Geneeskundigen van de landmacht schrijven het ontstaan
toe aan een te groot verbruik van rijst, waardoor constipatie,
abnormale gisting, toxinevorming en resorptie, derhalve een soort
inwendige zelfvergiftiging zou ontstaan. Hiervan uitgaande bestond
de prophylaxis uit de verstrekking bij de rijst van ongemalen tarwe
en gerst. Bij de Japansche Marine wordt het ontstaan geweten aan
stikstof-arme voeding; men beroept zich daar op het feit, dat, na
het invoeren van eene meer rationeele voeding, op de Japansche
vloot de beri-beri zoo goed als geheel verdwenen is.
Ook in Nederlandsch-Indië trekt het beri-beri vraagstuk veel
aandacht. Rijkelijke toediening van kadjang hidjoe en de verstrekking
van de zoogenaamde zilvervliesrijst schijnt men aldaar de juiste
geneesmiddelen te achten. Het is noodig, dat vooral aan een goede
prophylaxis als zoodanig schijnt vooral het gebruik van zilver
vliesrijst (roode rijst) te geldengroote waarde wordt toege
kend; ook hier is voorkomen van hooger belang dan genezen. Bij
de regeling van de voeding te velde behoort dan nauwkeurig met
die prophylaxis te worden rekening gehouden.
Bygiëne in kanionnemsnten (biitaks).
Wat hieromtrent door de Japanners is toegepast staat in hoofd
zaak ook in de voorschriften van het Nederlandsch-Indisch Leger
reeds voorgeschreven. Veel valt er dus in dit opzicht niet meer van
de Japanners over te nemen. Maar de ijver en de nauwlettende
zorgen, waarmee de uitvoering der hygiënische voorschriften door
de Japanners plaats had, kunnen ons als voorbeeld dienen; daarin
412
Mei 1914.] GEDURENDE DEN RUSSISCH-jAPANSCHEN OORLOG.
I. M. T. 1914 28,