Hygiënische Maatregelen, enz. JMei 1914.
tuiging, die hij voorstond. Zoolang lijkverbranding geacht moet worden
in strijd te zijn zoowel met Christelijke als met Islamitische gods
dienstbegrippen, kan zij m.i., als regel, in het Nederlandsch-Indisch
Leger geen toepassing vinden. Zeer zeker zou een geest van groote
ontevredenheid in het leger zich gaan uiten. Ter tijdsbesparing be
hoeft men geen lijkverbranding toe te passen; eene deugdelijke
lijkverbranding kost niet veel minder tijd dan het delven van graven
van de gewenschte afmetingen. Alleen ter beperking van epidemieën,
en dan op dringend advies van den Geneeskundigen Dienst, zou m.i.
een bevelhebber bevelen mogen geven lijken te verbranden.
Desintectie uan terugkeerende troepen.
Gedurende den oorlog werden Japansche hospitaal- en transport
schepen, telkens nadat zij militairen, aan infectie-ziekten lijdende,
hadden overgebracht, grondig gedesinfecteerd.
Na afloop van den oorlog, werden de terugkeerende troepen, kort
voor de inscheping, geneeskundig onderzocht en de zieken en als
zoodanig verdachten achtergehouden. In Japan bevonden zich een
4 tal uitgebreide desinfectie-quarantaine-stations en daar werd, ter
voorkoming van het overbrengen van kiemen van epidemische ziekten
uit Mandsjoerije naar Japan, al wat uit Mandsjoerije kwam op gron
dige wijze gedesinfecteerd; de personen middels warme baden, de
kleeding, wapening, uitrusting, bagage, materieel enz. middels for
maline en heeten stoom. De zieken werden er achtergehouden en
behandeld, de verdachten kwamen er in observatie.
Het zou wellicht wenschelijk zijn bij een der kustplaatsen van
Java te beschikken over één dergelijk station op kleine schaal, waar
door de mogelijkheid zou bestaan terugkeerende expeditionnaire
troepen, waarbij zich epidemische ziekten hadden voorgedaan, te
desinfecteeren, een en ander om te voorkomen, dat ziektekiemen
overgebracht worden naar het dicht bevolkte Java.
v. O.
419