Beschouwingen over de.Veldversterkingskunst. [Mei 1914.
de stelling en men mag aannemen, dat die onbezette gedeelten
door verkenningen over dag zijn vastgesteld heeft zelfs onder het
flankeerend vuur der nevenopstellingen groote kans van slagen.
Nu zijn in 't algemeen de open ruimten tusschen twee tactische
steunpunten nimmer minder dan 600 M, en naderen zij soms wel
tot 1500 M. Het is duidelijk, dat zoo'n tusschenruimte niet onbezet
mag blijven en minstens een opstelling van een bataljonsgroep,
zooals de G. H. dat noemt, noodig maakt.
En als zoodanig moet, naar onze meening, dan ook de bedoeling
van de groepen in de G. H. worden opgevat. Wat de G. H. be
doelt met gevechtsgroepen is niet met zekerheid uit te maken, doch
vermoedelijk heeft dit woord volkomen dezelfde beteekenis als de
groepen of bataljonsgroepen zonder meer.
Resumeerende komen we dus tot de conclusie, dat de G. H. het
bestaan van de door ons bedoelde groepversterkingen niet noemt,
waaruit echter geenszins afgeleid mag worden, dat het gebruik
van groepversterkingen volgens de G. H. veroordeeld zou moeten
worden. Waar de G. H. slechts in enkele bladzijden het geheele
verdedigend gevecht en de toepassing der veldversterkingskunst
moest behandelen, ligt het zelfs voor de hand, dat verschillende
overigens belangrijke kwesties hierbij, slechts even, of in het ge
heel niet aangeraakt konden worden.
Waar intu sschen de tactische steunpunten in de stelling, in de
G. H. juist met nadruk worden genoemd en nergens vermeld staat,
dat onder die steunpunten uitsluitend versterkte terreinvoorwerpen
begrepen moeten worden, mogen we zelfs concludeeren, dat daar
onder verstaan moeten worden zoowel natuurlijke steunpunten (ter
reinvoorwerpen) als kunstmatige (schansen en groepversterkin
gen), m.a. w. dat de G. H, hoewel het begrip der groepversterkin
gen niet afzonderlijk noemende, het bestaan en de toepassing daar
van ook voor het Indische leger wel degelijk erkent.
Uoorbeeld
Zoover we konden nagaan werd in de laatste jaren in dit tijd
schrift het begrip groepversterking slechts éénmaal genoemd.
Dat was in den tactischen correspondentiecursus en wel in de
aflevering 4 en 5 van den vorigen jaargang.
427