Mei 1914.] Beschouwingen over de Veldversterkingskunst. voor ons zouden er geen voorstander van zijn, omdat daardoor de treinen weer merkbaar verlengd zouden worden. Er blijft nog zooveel over, waarvan medevoering op de trein- voertuigen wenscnelijk geacht kan worden, wat echter, met het oog op de bewegelijkheid der troepen, eenvoudig niet mogelijk is. Het is echter van geen overwegend nadeel, om zooals in het onderhavige geval wanneer men opmarcheert met de wetenschap, dat spoedig eene stelling zal betrokken moeten worden, het op de plaats van afmarsch aanwezige ijzerdraad op eenige voertuigen te laden en mede te nemen. Hier is dan ook aangenomen, dat zulks gedaan werd bij den afmarsch uit Tjiandjoer. In 't algemeen zal het aanleggen van verhakkingen in de Indische terreinen een dankbaar werk zijn. Het is lang niet altijd noodig om daar beslist boomen voor om te hakkener zijn tal van struiken en andere gewassen in het terrein, die door de aanwezigheid van scherpe en sterke doorns zich bij uitstek leenen voor den aanleg van hindernissen. Het loont werkelijk de moeite om bij eene oefening in eene niet al te gecultiveerde terreinstrook het oog daar eens over te laten gaan. De verhakking in de figuur moet dan ook gerekend worden te zijn samengesteld uit alle, in de nabijheid aanwezige en zich daartoe feenende struiken en gewassen. We vestigen hier nog de aandacht op den toegang door de ver- verhakking, in front van de groepversterking en de wijze waarop deze is aangebracht. In het algemeen is het niet wenschelijk om doorgangen in het front open te laten, maar waar hier een groote weg de groepversterking snijdt en er nog voorposten en bereden troepen in het voorterrein zijn, moest er wel een toegang worden opengelaten. Hetgeen evenwel niet wegneemt, dat de noodige voorbereidingen getroffen moeten worden, als het gereedleggen van materiaal, om deze opening bij het naderen van den vijand ten spoedigste te kunnen dichten. De verkeersrichting is in de figuur door een pijltje aangegeven. Aan de maskeering van de groepversterking moet de meeste zorg worden besteed en wel aan de rechtstreeksche maskeering van de verschillende aangebrachte dekkingen en aan die in het voorterrein. 430

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 35