Gedekt of gemaskeerd.
In de noot op blz. 1172 van het Decembernummer (1913) van
dit Tijdschrift verklaart G. dat men in het binnenkort te verschijnen
Gevechtsvoorschrift voor de Artillerie slechts spreekt van gemaskeerde
stellingen, hieronder ook bedoelende, wat men tot nog toe gedekte
stellingen noemde. Deze benaming is volgens G. zuiverder, daar
een voorliggende kampoeng of heuvel niet tegen vuur dekt (want
dan kan men zelf ook niet vuren), doch slechts de batterij maskeert
(gezichtsdekking).
Dat een dergelijk afschaffen van een woord, dat in de geschiedenis
van het snelvuurgeschut reeds zooveel strijd heeft doen ontbranden,
niet zonder verzet zou plaats hebben was te verwachten. In het
Maartnummer van het I. M. T. van 1914 breekt de kapitein Cram-
winckel dan ook reeds een lans voor het behoud van het woord,
en komt dan tot de conclusie: „gemaskeerde stellingen hebben geen
dooden hoek, gedekte stellingen hebben dien wel."
Indien dit waar mocht zijn, dan volgt hieruit, dat het woord „ge
dekt" bij de bereden artillerie wat eigenaardig wordt gebruikt. Im
mers zouden de vuurmonden opgesteld in een gedekte stelling niet
tegen vijandelijk vuur gedekt behoeven te zijn, maar de stelling zou
alleen gedekt heeten, omdat de doelen op korten afstand van de
batterij gedekt zijn tegen vuur uit die batterij. Niet omdat de eigen
vuurmonden, maar omdat de doelen gedekt zijn, zou men dus hier
van dekking spreken, waardoor dit woord gebruikt voor de bereden
artillerie een geheel andere beteekenis zou krijgen dan bij de andere
wapens.
Willen we de gewone beteekenis uit de versterkingskunst van het
woord gedekt ook voor de bereden artillerie houden, dan zouden
slechts die stellingen gedekt heeten, waarin door voorbereidingen
als in de veldversterkingskunst worden geleerd, de bediening, affui
ten en raden door opgeworpen of kunstmatige aarddekkingen tegen
het stuk aan, gedekt zijn tegen kogels of zijwaarts inslaande gra
naatscherven. Staat echter een batterij zonder verdere voorberei-
433