Hygiënische Maatregelen in het Japansche Leger [Mei 1914.
Stelt men daartegenover de toestanden in het Indisch Leger, een
huurleger, bestaande uit tal van heterogene bestanddeelenEuro
peanen (Indo-Europeanen), Amboineezen, Javanen, Soendaneezen,
Madoereezen, van wie bovendien over het algemeen niet kan wor
den gezegd, dat het intellectueel peil hoog staat, dan moet men
ten slotte tot de erkenning komen, dat het Nederlandsch-Indisch
Leger in dit opzicht beslist in ongunstige conditie verkeert. Die
hooggestemde patriotische gevoelens, waarmee het Japansche Leger
bezield was in den strijd van „to be or not to be" tegen het onme
telijk Rusland en die er juist zoo toe bijdroegen bij hoog en laag
om steeds en bij alles de militaire hygiëne in acht te nemen,
teneinde op het front zoo sterk mogelijke krachten te kunnen ont
wikkelen, kan men in zulk een heterogeen koloniaal leger als het on
ze niet verwachten.
Om dysenterie te voorkomen, werd aan elk Japansch soldaat
een blikken doosje uitgereikt met creosoot-pillen. Op dat doosje
stond te lezen: „Neem drie van deze pillen per dag, dat is nood
zakelijk om de Russen te overwinnen". Daargelaten nu, of de
maatregel op zichzelf nuttig was, de wijze waarop, ter wille van
de hygiëne, een beroep gedaan werd op het gevoel van vaderlands
liefde van den soldaat, is teekenend voor den geest in het Japansche
Leger.
Iets dergelijks zou in het Nederlannsch-Indische Leger weinig zin
hebben; het zou niet spreken, zooals bij den Japanner, tot het hart
vad den soldaat. In het Nederlandsch-Indische Leger moeten andere
maatregelen genomen worden om zich te verzekeren van de mede
werking van den soldaat tot het in stand houden der individueele
hygiëne. Men moet hem in tijd van vrede in dit opzicht veelvuldig
onderrichten en hem telkens op nieuw overtuigen van het nut en
de noodzakelijkheid der hygiëne. Bij alle oefeningen op groote of
op kleine schaal, in kampement op bivak, op marsch en op voorpos
ten moet nauwlettend en gestreng worden toegezien, dat de man steeds-
volgens de regelen der hygiëne te werk gaat; men moet hem dwin
gen hygiënisch te zijn en hem straffen als hij, tegen beter weten
in tegen de wetten der hygiëne zondigt.
Eerst dan als reinheid en hygiëne den man, als het ware, tot
een tweede natunr zijn geworden, bestaat de mogelijkheid, dat hij
in oorloogstijd de regelen der militaire hygiëne zal helpen in acht
399