De Militair-politieke toestand van China in 1913. [Mei 1914.
blikeinsche ambtenaren evenmin als hunne voorgangers onder het
keizerrijk verzuimen hunne eigen belangen te behartigen.
Uit den aard der zaak was China gedurende 1913 volstrekt
machteloos tegenover het buitenland, waarvan zijne twee groote
naburen Rusland en Japan tot eigen voordeel gebruik maakten.
Daar, uit een politiek oogpunt beschouwd, een zwak en verdeeld
China voor Japan en Rusland aangenamer is dan de krachtige
eenheidsstaat, waarop Yüan Shih K'ai aanstuurt, is het begrijpelijk,
dat beide mogendheden verdacht werden het uitbreken van de
onlusten in den afgeloopen zomer aangewakkerd te hebben. Echter
heeft Rusland zich verder geheel op den achtergrond gehouden;
gedurende de onlusten deden zich tusschen China en Japan enkele
incidenten voor, onder welke het meest op den voorgrond trad
het gebeurde bij de inneming van Nanking door de troepen van
Generaal Chang Hsün in de eerste dagen van September 1913.
Niettegenstaande de waarschuwing van den Japanschen consul ver
toonden zich drie Japansche onderdanen, t. w. 2 barbiers en 1
kleinhandelaar, op straat, toen de geheel uit den band gesprongen
soldaten van Chang Hsün op middeleeuwsche wijze met moord en
plundering hunne overwinning vierden. De kleine Japansche vlag
getjes, die zij in de hand hielden, waarborgden in geenen deele
hunne veiligheid, integendeel, zij waren voor Chang Hsiin's sol
daten het bewijs, dat zij met bondgenooten van de opstandelingen
te doen hadden, en weldra waren alle drie, evenals zoo
vele Chineezen, vermoord. De Japansche regeering noemde het
voorgevallene eene openlijke beleediging van de Japansche vlag
en eischte daarvoor zeer uitvoerige en vernederende verontschuldi
gingen en voor den dood van hare drie onderdanen, benevens voor
de plundering van eenige Japansche eigendommen, eene schade
loosstelling van niet minder dan 900000 yen. Om aan deze eischen
de noodige kracht bij te zetten, werd eene belangrijke scheepsmacht
op de Yang tse, vóór Nanking, verzameld. Tevens eischten de
Japanners het ontslag van Chang Hsün als militair gouverneur van
Kiangsu, tot welke betrekking hij na de inneming van Nanking
benoemd was.
Met groote handigheid wist de Chineesche regeering de onder
handelingen te rekken, doch ten slotte moest zij toegeven; het
455