Mei 1914.] De Militair-politieke toestand van China in 1913. gelukte haar echter de schadeloosstelling tot 610000 yen verminderd te zien, terwijl Chang Hsün eerst op het einde van het jaar 1913 zijn ambt aan Generaal Feng Kuo Chang overgaf om op te treden als "inspecteur der troepen in het Yang tse-gebied", volgens de regee ring te Peking een ambt van veel minder beteekenis dan dat van militair gouverneur. Ook de incidenten te Hankou, Yenchow en te Changli gaven den Japanners aanleiding daartegen op te treden; zij hebben hierdoor China wel zijne onmacht doen gevoelen, doch hun aanzien niet vermeerderd. Het gelukte Japan echter niet om van het gebeurde te Nanking gebruik te maken om zich eene blijvende vestiging te verschaffen in het Yang tse-gebied, waarvan het de groote rijkdommen gaarne ten eigen bate zou willen aanwenden. De Engelsche bondgenoot deed het van dergelijke plannen, althans voorloopig, afzien. In verband hiermede wordt er aan herinnerd, dat Japan sedert de omwenteling 1911/12, te Hankou eene bezetting, ter sterkte van 1 bat. inf., gelegd heeft. Niettegenstaande de vertoogen der Chineesche regeering is de kazerne voor deze bezetting buiten de internationale concessie gebouwd. In het najaar wist Japan zeer belangrijke spoorwegconcessies in Mantsjoerije en Binnen-Mongolië te verkrijgen Den 5den November 1913 werd te Peking eene overeenkomst tusschen Rusland en China betreffende Mongolië onderteekend. Volgens deze overeenkomst erkent Rusland de suzereiniteit van China over Buiten-Mongolië, doch China belooft het zelfbestuur van deze landstreek, vroeger behoorende tot het bestuursgebied van de Chineesche amban's te Urga en te Kobdo en van den Tataren- generaal te Uliassutai, in alle opzichten te eerbiedigen. Rusland belooft geen andere troepen dan detachementen tot bewaking zijner con sulaten in Buiten-Mongolië te onderhouden. Verdere aangelegenheden zullen door latere overeenkomsten geregeld worden. De beteekenis dezer overeenkomst is natuurlijk, dat Buiten- Mongolië voor China verloren is en geleidelijk onder Russischen invloed komen zal. (1) De strategische beteekenis hiervan wordt besproken in het verslag over den mil.-politieken toestand van Japan in 1913. 456

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 61