De Militair-politieke toestand van China in 1913. [Mei 1914. De provinciale autoriteiten wil men geheel buiten elke bemoeienis met het leger houden. Buitenlcmdscbe Officieren. Daar de naijver der groote mogendheden zich ook op militair gebied vertoont, kon de Chineesche regeering bij de keuze van hare militaire adviseurs zich niet bepalen tot één buitenlandsch leger, zoodat de president thans wordt bijgestaan door drie buitenlandsche officieren, elk van een ander leger, n. 1. Luitenant-Kolonel Brissaud- Desmaiffet, vroeger militair attaché van Frankrijk te Peking, Majoor Dinkelmann, vroeger commandant der Duitsche gezantschapswacht te Peking, en den Japanschen Luitenant-Kolonel Banzai. Majoor Dinkelmann is, evenals zijn landgenoot Kapitein Bleyhöffer, boven dien werkzaam als adviseur bij het militair onderwijs. Voorts is nog een Duitsch officier, Eerste-Luitenant König, ter beschikking van den generalen staf tot het vertalen van militaire tijdschrift artikelen, enz. Aan de voorloopige hoogere krijgsschool zijn een aantal Japan- sche officieren als leeraar werkzaam. (Dilitair ondensijs. De opleiding tot officier geschiedt voortaan als volgt: Jongelieden in het bezit van het einddiploma eener middelbare school kunnen worden toegelaten op een der drie cadettenscholen 2), waarvan de cursus twee jaren duurt. Het leerplan omvat Chineesche taal en letterkunde, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, geschie denis, aardrijkskunde, teekenen, paardrijden, gymnastiek, schermen, schieten, exerceeren, velddienst en dergelijke oefeningen tot in compagnies-verband. Bovendien naar verkiezing Duitsch, Engelsch, Russisch, Japansch of Fransch. Na volbracht eindexamen gaat de officiersaspirant voor zes maanden naar den troep om den practi- schen dienst te leeren en daarna komt hij op de militaire school (1) Een courantenbericht betreffende eene groote Duitsche militaire zending ten behoeve van het Chineesche leger was op het einde van 1913 nog niet bevestigd. (2) Te Tsingho (noord van Peking), Wuchang en Nanking Het gebouw te Nanking is echter in Aug. verwoest. De Chineesche benaming luidt lu chün yü pei hsiao hsüeh, d. i. inrichting voor eerste opleiding tot officieren van het landleger. 459

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 64