Mei 1914.] De Militair-politieke toestand van China in 1913.
met tweejarigen cursus te Pao ting fu, waarvan leerplan en inrich
ting geheel naar Duitsch voorbeeld vastgesteld zijn. De geheele
opleiding tot officier zal dus vier en een half jaar duren, waarvan
een half jaar bij den troep.
Voor de verdere vorming van officieren zal later eene hoogere
krijgsschool te Peking opgericht worden. De studietijd dezer inrich
ting zou op anderhalf jaar vastgesteld zijn.
Ten behoeve van de officieren, die gedurende de omwenteling
als zoodanig benoemd werden zonder eenige opleiding ontvangen
te hebben, is te Peking een eenjarige cursus opgericht, waar hun
de noodige vakkennis bijgebracht wordt. Aan dezen cursus, waar de
boven genoemde Majoor Dinkelmann en Kapitein Bleyhöffer werk
zaam zijn, wordt deelgenomen door een duizendtal officieren van
alle rangen. Uit den aard der zaak behooren zij grootendeels tot de
Noordelijke troepen.
Tot vorming van goed onderwijspersoneel, ook voor de op te
richten hoogere krijgsschool, bestaat te Peking eene „voorloopige
hoogere krijgsschool", waaraan, zooals vroeger reeds medegedeeld
werd, een viertal Japansche officieren werkzaam zijn.
De opleiding tot officier van gezondheid zal als volgt geschieden:
Na met goed gevolg eene voorbereidende school met drie of vier
jarigen cursus doorloopen te hebben, gaan de aanstaande officieren
van gezondheid voor drie maanden in het belang hunner practische
vorming naar den troep. Daarna wordt hunne opleiding op eene
hoogere medische school voortgezet. Van vreemde talen staat
Duitsch op den voorgrond.
Verdere reorganisatieplannen.
De omstandigheden waren in het verslagjaar al buitengewoon
ongunstig voor eene reorganisatie van de gewapende macht. Wel
werden tal van ontwerpen bekend, doch aan de meeste daarvan
kan geen practische beteekenis gehecht worden. De hieronder
volgende mededeelingen hebben dan ook alleen betrekking op zulke
voornemens der regeering, welke ernstig gemeend schijnen en kans
op uitvoering hebben.
in de toekomst zal onderscheid gemaakt worden tusschen het land
leger (lu chün), onmiddellijk onder de bevelen van de regeering te
460
M. T. 1014, 31