Mei 1914.] De Militair-politieke toestand van China in 1913. De vredessterkte van 1 bat. inf zou ong. 500 man blijven. Uitbreiding van de munitie- en wapenfabrieken en de oprichting van groote stoeterijen zijn voorgenomen. Verder heeft het ministerie van oorlog de provinciale autoriteiten aangeschreven in 1914 het aantal weerbare mannen in elke provincie op te nemen, als voorbereiding van algemeenen weerplicht. Zoolang echter de regeering hare macht nog niet op zeer hechte grondsla gen gevestigd heeft, zal zij niet overgaan tot algemeenen weerplicht, waarvoor de toestanden in China nog lang niet rijp zijn. buchtuaarl. Merkwaardigheidshalve wordt nog bericht, dat het ministerie van oorlog, op aandringen van den Franschen militairen adviseur, 12 (an dere berichten spreken van 16) vliegtuigen bij eene Fransche fabriek besteld heeft. Te Nanyuen, ten zuiden van Peking, is eene vlieg- school geopend onder leiding van den Franschen Eersten-Luitenant Bon. Twee vliegtuigen zijn naar Kalgan gezonden tot ondersteuning van de troepen, de tegen de Mongolen optreden. Zij hebben echter niets uitgericht eri zijn hoogstwaarschijnlijk defect. III. De üloot. Evenmin als het Ministerie van Oorlog was het Ministerie van Marine in staat zijne dikwijls veel omvattende plannen tot reorga nisatie ten uitvoer te brengen. Niet alleen de moeilijke omstandighe den, maar ook gebrek aan deskundig personeel waren daarvan de oorzaak. De voornaamste marineplannen volgen hieronder. Oprichting van cadettenscholen te Chefu en Shanghai, van marine scholen, als vervolg op de cadettenscholen te Kanton, Fuchow en Nanking en van eene hoogere krijgsschool te Tientsin. Men hoopt Engelsche zeeofficieren als instructeur te krijgen. Inrichting van eenige marinestations en verdeeling van de kust in drie maritieme afdeelingen. De volgende schepen, nog onder de vorige regeering besteld, kwamen sedert begin 1912 in China aan: 462

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 67