Mei 1914.] Uit de practijk. Het zal ook met juist gekozen bewoording in reglementen en voor schriften enz. niet kunnen voorkomen en daar naar te streven moet het doel zijn van een ieder, die de belangen van het leger oprecht ter harte gaan, afgescheiden van het feit, dat een zich met ge weld ertoe moest aanzetten om waar vrijheid is, deze ook te laten, zich er alleen toe bepalende, bij gebleken foutieve opvattingen door zijn meerdere kennis, onderwijzend op te treden. Zeer lezenswaard betreffende deze aangelegenheid is het artikel „L'exercice du commandant" van Col. Cory in het „Journal des sciences militaires" No. 129, 130 en 131 v/d 88en jaargang en in dat zelfde tijdschrift „Compagne de 1813" in de Nos. 108, 110 en 112. Uit het vorenstaande moge duidelijk zijn, dat eenerzijds door mij wordt toegejuicht, dat onze reglementen dikwijls meerdere wijzen van opvolging toelaten, doch dat anderzijds voor een leger de nood zakelijkheid bestaat, dat slechts één lezing van reglementen enz. kan bestaan. Het laatste is in algemeenen zin een eisch om te voorkomen, dat met twee maten gemeten kan worden ten opzichte van ver schillende individuen, die dezelfde rechten en plichten hebben en verder om de noodige gelijkheid van uitvoering te krijgen bij exer citiën. Dit hoop ik in de volgende gevallen aan te toonen. Thans eerst overgaande tot bespreking van enkele punten in re glementen, voorschriften enz: moet ik beginnen met k mede te deelen, dat, hetgeen hij opmerkt betreffende punt 106 van het nieuwe exercitie reglement m.i. wel juist is, doch voor mij ver gezocht. Toch erken ik, dat mij gbleken is, dat bijv. uit den lenzin van al. 2 van punt 106 gelezen wordt, dat bij de als sectie inge deelde klasse de l.g. van het voorste gelid (br. ct. van de 1. briga de) zijn brigade laat nummeren en dus niet de r.g. van het voorste gelid der geheele sectie, zooals volgens mijn meening de bedoeling is. Erkennen moet ik, dat een „akal" gezocht moet worden, als bijv. de r.g. een korporaal is (reserve br. ct. der r. br.) en de l.g. een sergeant. Heeft Schr. het niet noodig gevonden er op te wijzen, dat vol gens den eersten zin van dit punt ook bij de veldbataljons dat eer ste onderricht niet gegeven mag worden door een luitenant, n.b. de sectiecommandant Dat Schr. van meening is, dat de gesloten brigades vallen buiten 474

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 79