Mei 1914.]
Uit de practijk.
Dat opsluiten kan echter (al zal een ieder er om lachen) ook
gebeuren met twee of meer pasjes, omdat niet over 't maken van
1 pas wordt gesproken.
Naar mijn meening is echter de bedoeling van het reglement,
dat, alvorens met het knielen van punt 59 door het achterste gelid
wordt begonnen, dit alleen den r. voet zoover schuinsrechts vooruit
plaatst, als noodig is om na 't knielen een vuur op twee gelederen
toe te laten en daarna dadelijk knielt. In bewegingen wordt dit dus:
le. bew. r. voet schuinsrechts vooruit plaatsen;
2e. bew. den rechtervoet op den hiel enz. als punt 59 aangeeft.
Ook miste ik in Schrijver's opmerkingen punt 109. Nemen we even
aan, dat een sectie uit de flankformatie links in gesloten brigades
is opgelost. Wil men nu stilstaande de sectie herstellen, dan com
mandeert men bijv. rechts herstelt de sectie.
Aan de hand van den text van punt 109 plaatst de 1. brigade
(dit was de achterstezich vóór de andere, zoodat dus door deze
twee bewegingen de voorste brigade achterste is geworden en
omgekeerd.
De groepscommandanten staan nu allen midden tusschen de beide
brigades in, doch dit mag niet. De laatste zin van 109 zegt dan
ook, dat na de beweging de guides opgesteld zijn als in de gesloten
sectie.
Dit kan onmogelijk; of de guides moeten zich na de beweging
nog zoo opstellen, of de 1. br. had zich niet vóór maar achter de
rechter moeten plaatsen.
De voorlaatste alinea van 109 zou m.i. moeten luiden: „Uit de
flankformatie, wanneer rechts in brigades is opgelost, plaatst enz.",
terwijl een nieuwe zin zou moeten luiden: „Is links in brigades
opgelost, dan plaatst de linker (rechter) brigade langs den kortsten
weg zich achter (vóór) de andere.
De mogelijkheid bestaat, dat op deze verschillende wijzen on
derricht gegeven wordt en door de vele overplaatsingen van de
mindere militairen krijgt men, dat ze in een nieuw garnizoen moeten
afleeren, wat hen in een vorig is geleerd. Gelijkvormigheid van
exercitiën zijn m.i. vooral hier in Indië daarom een eisch voor't
geheele leger.
476
I. M. T. 1914. 32.