Uit de practijk.
[Mei 1914.
Betreffende punt 127 zou de vraag gesteld kunnen worden, waar
om de oefeningen van de sectie, toegepast in het terrein geleid
kunnen worden door een onderofficier van welken landaard ook,
terwijl het eerste onderricht in de verspreide orde volgens punt 106
uitsluitend door een Europeesch onderofficier gegeven moet worden.
Omtrent gelijksoortige aangelegenheden in voorschriften enz. het
volgende.
Het velddienstvoorschrift geeft in punt 175 aan, dat bij marschen
na elk vol uur marcheerens 5 a 10 min. wordt gerust. Naar mijn
meening moet daaruit gelezen worden, dat dan „rust" gecomman
deerd moet worden en de manschappen het gelid mogen verlaten
en daarna bijv., als ze kunnen en willen, mogen gaan zitten.
Toch bleek mij, dat dit punt ook opgevat wordt, dat 5 a 10 min.
op de plaats gerust moet worden, zooals punt 10 van ons nieuwe
exercitiereglement aangeeft.
Een andere gelegenheid, die wijst op de mogelijkheid van tweeërlei
toepassing bij een zelfde geval, vinden wij in A.O. 1912 no. 24.
Volgens II van regeling B dier Order bestaat recht op toelage
voor officieren enz. als ze zich langer dan 24 uren buiten hun
garnizoen ophouden. Gedurende de dagen, dat zij in hotels of
pasangrahans moeten overnachten, worden echter daggelden toe
gekend.
Nu worden door sommige autoriteiten daggelden toegekend, wan
neer op plaatsen van overnachten hotels aanwezig zijn, ongeacht of
de betrokkenen bij kennissen logeeren en waarschijnlijk op grond
van het feit, dat niet ten laste der fondsen voor veldoefeningen
onderdak voor hen is ingehuurd, doch wel voor den troep.
Door anderen worden echter in dat geval weer geen daggelden,
doch toelagen toegekend, wat billijkheidshalve niet moest kunnen
voorkomen, want noodzakelijk is toch, dat in een leger toepassing
vinden „gelijke monnikken, gelijke kappen."
Wanneer in II (2) van regeling B der genoemde Alg. order in
stede van de woorden „moeten overnachten" was opgenomen
„hebben overnacht," zou de tweeërlei uitlegging niet mogelijk zijn.
Om aan te toonen, dat de niet gewenschte meerdere uitleggingen
ook bestaan in het Regl. I.D. zij het voldoende te wijzen op punt
477