■Pik Bescbouujingen ooer de Uelduersler- kingskunsi. Groepuersterbingen Inleiding. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de verschillende afdeelingen van ons veldleger, bij de verdediging van ons koloniaal bezit, tegen een vreemden indringer menigmaal verdedigend moeten optreden. We haasten ons evenwel hieraan onmiddellijk toe te voegen, dat we met dat verdedigend optreden' geenszins bedoelen eene han delwijze, zooals we die aan Russische zijde tijdens den Russisch- Ja- panschen oorlog konden waarnemen en welke in hoofdtrekken be stond uit een doorloopend wijken voor den vijand met vermijding van beslissende ontmoetingen, een zich afhankelijk maken van de handelingen der tegenpartij met het bekende noodlottige gevolg. Waar we hier van verdediging spreken, bedoelen we eene verde lging gebaseerd op eene offensieve grondgedachte, waarbij men aanvankelijk zich van de meest mogelijke hulp van het terrein ver zekert, om daardoor in eene gunstiger positie te komen tegenover den naar alle waarschijnlijkheid numeriek overmachtigen vijand, ten einde daarna met een krachtig offensief dien vijand tegemoet te treden. Het is van algemeene bekendheid, dat in de nieuwere oorlogen, tengevolge van de intensieve werking van alle hedendaagsche snel- vurende wapenen en het gebruik van het rookzwakke kruit, het belang van een zeer zorgvuldig benutten van het terrein sterk op den voorgrond is gedrongen. Een logisch uitvloeisel daarvan is, dat allentwege als een der eerste eischen in de opleiding der Infanterie en ten deele ook der andere wapens beschouwd moet worden het zorgvuldig gebruik maken - het uitbuiten van het terrein in den uitgebreidsten zin van het woord, zoowel tijdens den aanval als bij de verdediging, doch steeds met de offensieve grondgedachte als hoofdbeginsel voor oogen. En zoo moet, naar onze meening, eene aanvankelijk verdedigende houding, met de bedoeling om op het gunstige oogenblik tot den 420 Vv

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 25