Juni 1914.] Overzicht van eenige Tijdschriften.
van 7 Maart j 1. bevatte een hoofdartikel, getiteld„Een Cavalerie-
Brigade" en drie dagen later een ingezonden stuk onder het op
schrift: Geen Cavalerie-Brigade". Ook andere bladen gaven over
eenkomstige artikelen.
Thans zijn in deze aflevering twee schrijvers aan het woord, die
het onderwerp behandelen. Een voorstander van een cavalerie
brigade toont zich v. D., die in een wel gedocumenteerd artikel zijn
ideeën over dit onderwerp neerschrijft.
Voor S. is het bezit van een Cavalerie-Brigade een absoluut ver-
eischte. Die haar niet wil, zij dan ook consequent, zoo meent S.
en weigere elke uitgave voor het veldleger, en berge bij oorlogs
gevaar alles op achter de Hollandsche Waterlinie. De tweede schrijver
is luitenant A. P. Seyffardt. Hij is geen tegenstander van een
Cavalerie-Brigade, maar meent, dat alles wat daarvoor noodig
is n. 1. meer cavalerie, wielrijders, mitrailleurs enz, toch niet zal
verkregen worden. Zijn artikel getuigt dus van een zekere berus
ting. S. gaat dan na wat er met de aanwezige cavalerie kan gedaan
worden en meent dan, dat de tegenwoordige toestand, waarbij het
formeeren (in oorlogstijd) van een cavalerie-brigade facuitatief is
gesteld, de juiste is.
We vestigen nog de aandacht op het artikel: „De cavalerie in
den veiligheidsdienst volgens V. V.," van den ritmeester Wirix.
S. behandelt daarin de beginselen, welke het nieuwe hoofdstuk in
het V. V. omtrent het gebruik van de cavalerie voor den veiligheids
dienst huldigt. Al dadelijk op de eerste bladzijde kwamen ons
de artikelen van den ritmeester de Wit over dit onderwerp in
herinnering.
Nog bevat deze aflevering het vervolg van „Het handgemeen
een legende" door luit. Baron van Lawick en
„Groote manoeuvres in 1913. De stelling bij Rijssen" door kapi
tein W. Froger.
N.
602