Schriftelijke vragen voor het toelatings-examen tot den
cursus voor Intendance Studiën a/d Hoog. krijgs
school—1914. [Juni 1914.
2e Vraag (H uur).
Wat zijn koolwaterstoffen, wat geschiedt er bij oxydatie van deze
lichamen; wat verstaat ge onder een „homologe reeks?" Vertel in
het kort iets van het tweede lid van de methaanreeks en van zijne
oxydatieproducten.
3e Vraag (H uur).
50 gram marmer wordt in zoutzuur opgelost en het vrijkomende
koolzuur over gloeiende kool geleid. Welk volumen kooloxyd wordt
opgevangen?
N. B. Bij de oplossing van dit vraagstuk in toepassing te brengen
de wet van Avogadro!
Atoomgewichten: Ca 40; C 120 16; 1 gram waterstof
neemt een volumen in van 11.117 Liters.
4e Vraag (K uur).
(a) Hoeveel zwavelzuur (H2 SO4) heeft men noodig om het am-
moniakwater te verzadigen, dat verkregen is bij droge destillatie
van 100j K. G. steenkolen, wanneer deze 0.9 stikstof bevatten
en 4/5 van de er in bevatte stikstof in ammoniak overgaat?
(b) Hoeveel ammoniumsulfaat verkrijgt men?
Atoomgewichten N 14S 320=16.
Dederlandsch.
Een opstel naar keuze uit een der navolgende onderwerpen.
(VI2 uur)
De Mexicaansche troebelen.
De ontwikkeling der vliegsport in de laatste jaren.
Het gebruik van de auto bij de legerverpleging.
Fransche taal.
Een opstel dat een afgerond geheel vormt naar keuze uit een
der volgende onderwerpen. (D/2 uur).
611