Eenige aanteekeningen naar AANLEIDING VAN [juni 1913. „De werkzaamheden der moderne Bereden Artillerie enz'*' (I. M. T. No 4 van 1914). Blijkt het gedurende de inleiding, dat daarbij nog meerdere Art. noodig is, dan is het eerder dan voor de beide veldbatterijen, die reeds van het begin af de inleiding moesten steunen, gewenscht, dat de A. B. de plaats daarvan bepaalt met het oog op de verdere plannen, waaromtrent de A. B. zich inmiddels een juister beeld heeft kunnen vormen. Zoodra eene dergelijke versterking waarschijnlijk wordt, kunnen die batterijen reeds eene afwachtingsstelling innemen in de nabij heid der vermoedelijke stelling, die dan echter eerst ingenomen wordt, zoodra dit noodig zal zijn. „II ne faut pas compromettre par un empressement irréfléchi, „l'appui qui sera ultérieurement nécessaire aux attaques du gros.' ,,C' eüt été une faute que d' engager sans nécessité des autres bat- series, sous prétexte qu'on les avait sous la main. Le renforcement „ne doit pas être le résultat d un geste automatique qui engage- „rait les batteries au fur et a mesure de leur arrivée; ce doit être „un acte ordonné en raison de besoins prévus ou constatés. (Percin. Essai de réglement etc). 5. Zooals tevoren reeds werd gezegd, is het zeer gewenscht om alle Art., die het inleidend gevecht moet steunen, te stellen onder het rechtstreeksch commando van den Commandant der inleidende troepen, onder wien een Art. C. over die gezamenlijke Art. Tevens werd aangegeven, dat, voor het geval men een andere meening is toegedaan, men ook consequent moet blijven en alle Art., dus ook de oorspronkelijke voorhoedeartillerie, buiten die rechtstreeksche be velvoering moet brengen, en dat dit bepaald noodig is voor de goede leiding der Art., bestemd voor een en dezelfde taak. Hierin ligt reeds de noodzakelijkheid opgesloten, dat voor die Art. ook evenzeer een der afdeelingscommandanten als Art. C. moet worden aangewezen. De Algemeene Art. C. is daarvoor niet de aangewezen persoondeze dient zich bij den A. B. op te houden en wordt door dezen in be slag genomen voor andere werkzaamheden met het oog op de ver dere actie der Art. Hoe in de applicatorische studie de Artilleristische leiding ge regeld is bij de inleiding, is niet duidelijk. De Commandant van de afdeeling Veld Art. heeft wel de algemee- 527

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 27