Juni 1914]. Het Weduwen-en Weezenfonds der Europeesche 3e. van alle huishuurindemniteiten werd 20°/o ten voordeele van het fonds gekort; 4e. het hiervoren sub. 3 genoemde percentage werd mede gekort van de pensioenen van in Europa verblijf houdende weduwen en van de in Indië verblijvende weduwen zonder kinderen; weduwen, die in Indië verblijf hielden, met kinderen moesten 10°,o van hun pensioen in het fonds storten. Het is te begrijpen, dat dergelijke bezwarende bepalingen, aan leiding gaven tot een storm van klachten, zoowel van de zijde der contribuanten als van die der bedeelden, en het gevolg hiervan was, dat de sub. 4 genoemde bepaling reeds spoedig buiten werking moest worden gesteld. Door het aanhoudend toenemen van het aantal bedeelden bleef de toekomst van het fonds onzeker, vooral ook, omdat moeilijkhe den werden ondervonden met het rentegevend maken der kapitalen. De Directie was evenwel niet in staat een volledig overzicht te geven van den stand van zaken, omdat de administratie van het fonds in die dagen zeer slecht werd gevoerd. Aan dien warwinkel werd een einde gemaakt bij het G. B. van 5 October 1841, waarbij een nieuw reglement voor het „Weduwen- en Weezenfonds der officieren van de landmacht in Nederlandsch Indië" werd gearresteerd, hetwelk 1 Januari 1842 in werking trad. De schuld van het fonds, welke op f 450.000.werd begroot, kwam ten laste van de koloniale kas. De contributie werdop6°/0 vastgesteld; van de huishuurindemniteiten kwam 20% en van alle gratificatiën 6% ten voordeele van het fonds. Ieder officier (ook de gepensionneerde), die een huwelijk wenschte aan te gaan, moest, alvorens te kunnen trouwen, bewijzen van gegoedheid (tot een bedrag van f 10000.overleggen. De pensioenen der weduwen werden belangrijk verminderd (vide de bijlage). Dit reglement vond, begrijpelijkerwijze, bij de officieren geen gunstig onthaal. Vooral de bepaling in zake de vermindering der weduwen-pensioenen gaf aanleiding tot groote ontevredenheid. Dit had ten gevolge, dat tal van rekesten van gehuwde belanghebbenden en van weduwen werden ingediend, zoodat reeds in 1842 de schaal der weduwen-pensioenen tot. die van. 1817 werd teruggebracht. 532 OFFICIEREN VAN HET NEDERLANDSCH-INDISCHE LEGER.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 32