Uit de practijk.
[Juni 1914.
wijzen, wil ik gaarne mijne persoonlijke meening omtrent het betere of
slechtere eener methode voor mij houden.
ad A. Dit is ook in de door mij aangegeven richting een bezwaar,
en hieraan moet op de een of andere manier tegemoetgekomen
worden, wil men succes hebben.
ad B. Ik geloof, dat dit tot de vrome wenschen zal blijven behooren.
Wanneer we nemen één dag om te schieten, één voor de
verschillende binnendiensten (waaronder gymnastiek) en één
dag (Donderdag) voor inspectiën als anderszins, dan blijven
er nog slechts drie dagen over voor de uitrukkende diensten,
die m. i. zeer noodig zijn en waaraan niet getornd mag en
kan worden, wil de soldaat te allen tijde en in alle opzichten
voor zijn taak berekend zijn en blijven. (Ongerekend nog de
dagen, op welke de leider der oefeningen verhinderd is door
commissiën, onderzoeken, enz. zelf tegenwoordig te zijn, wat
aan een geregelde, stelselmatige opleiding en oefening niet
ten goede komt).
Op blz. 369 der April-afl. voert de Heer Walraven tegen
mijne denkbeelden eenige bezwaren aan.
ad a. De resultaten zijn afhankelijk van den goeden wil. Zooals
men zal weten, wordt in het ontwikkelingssysteem Sandow
hieraan ook zeer veel waarde gehecht. Sandow wil zelfs, dat
men, waar dit mogelijk is, gedurende de oefeningen ontkleed
voor een spiegel gaat staan, en dan speciaal zijn aandacht
vestigt op de spiergroepen, die momenteel geoefend worden.
565
1) Indien de officieren zelf veel ambitie hebben, dan kan er toch nog
veel bereikt worden in deze richting, nl. gedurende het marcheeren naar
en van het oefeningsterrein en, wanneer de oefening er niet onder lijdt,
ook gedurende de oefening door op alles wat wij ontmoeten de verkregen
vaardigheid toe te passen en te onderhouden. Door een waterleiding heen
gaan, inplaats van, zooals dikwijls gebeurt, ver om te loopen om een
brug te vinden, over een insnijding heenspringen inplaats van er door
heen te gaan, lage paggers met een sprong nemen, hoogten en steile
randen altijd met den looppas laten „bestormen". Van tijd tot tijd een kleine
premie uitloven voor diengene, die het eerst een bepaald punt bereikt
heeft, waartoe eenige hindernissen overwonnen moeten worden. Dit spoort
de menschen aan, terwijl zoo nu en dan een paar dubbeltjes of een paar
kwartjes offeren niemands draagkracht te boven gaat.
I. M. T. 1914. 38.