Juni 1914.]
Uit de practijk.
niet genoeg waarschuwen voor het te veel de vrije hand laten aan
den brig. Comt. Zoo gemakkelijk weet hij den jongen onervaren
chef te „overdonderen" met zijne ervaring. Ik erken, het is heel
moeilijk en vereischt veel tact, maar de chef mag geen stroopop zijn.
Van hem wordt geëischt, dat hij de teugels in de hand houdt, al doet
hij verstandig met zooveel mogelijk op te steken van zijn brig. Comt.
Ik wil trachten met eenige voorbeelden toe te lichten, wat hier
eigenlijk bedoeld wordt, b. v:
De patrouille marcheert slecht opgesloten. Het pad is moeilijk,
na elke hindernis wordt aan het hoofd niet altijd de snelheid wat
ingehouden.
De brig. Comt. heeft den Ct. dekking-trein al eens gewaarschuwd,
doch 't helpt niet. Nu bestaat de neiging om toch maar door te mar-
cheeren. 't Is waar, zoodra de dwangarbeiders merken, dat ze achter
raken gaan ze vlugger loopen om de voeling niet te verliezen, zoodat
ten slotte de marschsnelheid behouden blijft, maarde pa
trouille marcheert zeer slecht.
Ze moet gesloten marcheeren en ze doet het niet. Afgezien van
mogelijke aanvallen van djahats, olifanten enz. enz. wordt dan een
strenge regel niet opgevolgd.
Hier grijpt de Ct. onverbiddelijk in door de marschsnelheid voor
te temperen. Ligt het z. i aan den trein, dan gaat hij persoonlijk eeni-
gen tijd bij de treindekking marcheeren. 't Is in den regel slechts
om één dag te doen. Merkt men, dat de Ct. het niet duldt en
desnoods door langer marcheerentoch zijn doel van dien dag
bereikt, zoodat dus geen kortere marsch wordt gemaakt, dan wordt
den volgenden dag beslist beter gemarcheerd.
Het is bekend, dat de eerste dag altijd het zwaarst valt (volle
bepakking vivres, nog niet ingeloopen, enz. enz).
De Comt. moet dus dien eersten dagmarsch zoo dit niet dringend
noodig is niet te groot nemen.
Een ander voorbeeld: Men komt in de kampong en wil daar
overnachten (In Atjeh verboden, daar bivakkeert men steeds onder
zeilen buiten de kampong). Het huis is aangewezen, de brig. Ct. heeft
de ligging geregeld.
Allen ontdoen zich van wapens en uitrusting en snellen met hun
rijst naar de kali. Geen wacht bleef bij de wapens, enz.
Dit mag natuurlijk nooit!
568