Uit de practijk. [Juni 1914. verandering van tactiek maakt het omgaan met de bevolking dubbel gevaarlijk, men geeft vertrouwen en weet dat de minste nalatigheid de andere partij tot aanvaller kan maken. Wanneer het u ernst is te bewijzen, dat ge moed, beleid, en trouw bezit, dan is in deze periode Atjeh je land! Koeta-Radja April '14. Pelgrim. Kantfeekeningen bij U. U. Boofdsiuk II (Opheldering en Beveiliging). Niettegenstaande bovengenoemd onderwerp reeds meermalen in onze periodieken werd besproken, kan het wellicht van nut zijn, op eenige punten nogmaals de aandacht te vestigen. Omdat het zoo buitengewoon moeilijk is, een voorschrift goed te redigeeren, d. w. z. zóódanig, dat het juist zóóveel geeft (niet te veel en niet te weinig), dat het, zonder een tactisch leerboek te worden, de een heid van handelen in het leger waarborgt, kan het voorkomen, dat sommige paragrafen minder duidelijk zijn. In de practijk blijkt, dat er vaak verschil van opvatting bestaat bij de uitlegging van ver schillende punten. Deze punten zijn dan misschien minder gelukkig gesteld, maar indien men goed leest en de zaken in verband met elkaar beschouwt, zal men beter oordeelen, vooral ook, omdat de hoofdbegrippen Opheldering en Beveiliging in het Velddienstvoor schrift zoo duidelijk zijn omlijnd. Punt 26 geeft het doel van den ophelderingsdienst. In 't kort: inlichtingen verschaffen omtrent vijand en (meermalen) terrein. Punt 27 geeft het doel van den veiligheidsdienst. In 't kort: den troep beschermen 1) tegen verrassingen, 2) tegen waarneming. Dit laatste doel staat nog eens, omslachtiger, omschreven in de punten 59 en 63 (waarom niet deze beide punten in één punt vereenigd Dit doel van den veiligheidsdienst moeten we weer terugvinden bij de omschrijving van de taak der marschveiligheidstroepen en der voorposten. 573

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 75