Juni 1914.] Uit de practijk. Voor marschveiligheidstroepen zie punt 64: taak is hier vervat in 3 alinea'sa/ bescherming tegen verrassing bbeletten van verkenning c(dit komt er bij) verbetering marschweg. (Voor flankdekkingen en achterhoede analoge bepalingen, zie 70 en 74) Voor voorposten zie punt 81. Taak is ook hier: al bescherming tegen verrassing bI beletten van verkenning en van kleine onder nemingen. De beide diensten, ophelderings- en veiligheidsdienst, zijn in bovengenoemde punten dus scherp van elkaar gescheiden. De eerste heeft veel ruimeren werkkring, die van den laatsten is veel meer beperkt. De eerste moet in een min of meer uitgebreid rayon inlichtingen inwinnen en zich daarom naar den vijand rich ten" (zie punt 29); de laatste moet zich niet naar den vijand richten, maar blijft „gebonden aan den troep" (punt 29), en heeft dus niets anders te doen dan te zorgen, dat de hoofdmacht rustig marcheert of rust. De ophelderingsdienst (Exploration, Aufklarung) wordt geregeld door den Alg. Bev. (deze dienst verschaft hem de noodige gegevens voor zijn besluiten)de veiligheidsdienst (service de süreté, Sicherung) verschaft, in principe, geen gegevens dan alleen die, welke den commandant der veiligheidstroepen voor het uitvoeren van zijne taak van nut kunnen zijn. De veiligheidstroepen hebben geen wijderen werkkring dan (om het zoo maar eens te noemen) de stekels van het stekelvarken hun taak is alleen afstootend—de ophelderingsafdeelingen grijpen veel verder. Zeer uiteenloopende diensten dus [punt 29 (2)], zoodat het erg bezwaarlijk is, aan één en dezelfde afdeeling deze beide diensten op te dragen. Uit al het bovenstaande blijkt derhalve, dat de voorhoede niet tot taak heeft op te helderen. Maar uit punt 64 (2) zou men anders kunnen lezen. Misschien ware het beter geweest, dit punt weg te laten, want het verschaffen van inlichtingen omtrent vijand en ter rein (althans in beperkten kring en niet meer dan voor de veilig heid noodig is) behoort altijd tot de taak der voorhoede. Mocht echter uit het bedoelde punt 64 (2) gelezen worden (en wel in verband met punt 26, waarin staat, dat de ophelderingsdienst inlichtingen verschaft omtrent vijand en terrein), dat de voorhoede 574

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 76