Korte mededeelingen.
Bet nieuise kabinet.
De Keizer droeg Burggraaf Kiyoura op een nieuw kabinet te vormen,
doch tevergeefs: den 7den April verzocht deze van zijne opdracht
ontheven te worden, zoodat de crisis voortduurde. Na eenige on
derhandelingen verklaarde Graaf Okuma zich bereid als minister
president op te treden. Den 13den ontving hij de formeele opdracht
van den Keizer en weldra slaagde deze populaire politicus en pu
blicist erin uit leden der oppositiepartijen in de kamer van afge
vaardigden en van het heerenhuis een coalitiekabinet te vormen,
dat den 11den d a.v. geinstalleerd werd. Van rechtstreeksch belang
voor de militaire politiek van het nieuwe kabinet zijn de beide
militaire ministers, daar men mag aannemen, dat de minister-presi
dent van te voren hunne meening over de hangende vraagstukken
gevraagd en zich daarmede eensgezind verklaard heeft.
Als minister van oorlog is opgetreden Luitenant-Generaal Oka,
die vroeger vice-minister geweest is, doch wegens verschil van mee
ning over de in het leger in te voeren bezuinigingen met den toen-
maligen minister, Generaal Kigoshi, verleden jaar het ministerie
verliet. Als gewezen vice-minister is hij geheel op de hoogte van het
werk aan het ministerie; geboren te Yamaguchi, is hij op en top
een Choshu-man, een overtuigd voorstander van de legeruitbreiding
en hoogstwaarschijnlijk door Maarschalk Prins Yamagata aan Okuma
als minister van oorlog aanbevolen. Van belang is ook de benoeming
van den Luitenant-Generaal Akashi tot sous-chef van den generalen
staf, in plaats van Luitenant-Generaal Oshirna, die als vice-minister
van oorlog opgetreden is Beide opperofficieren zijn, evenals Gene
raal Oka, ijverige voorstanders van legeruitbreiding. Men kan dus
aannemen, dat het nieuwe kabinet de uitbreiding van het leger tot
eene vredessterkte van 25 divisiën ernstig ter hand nemen en sneller
uitvoeren zal dan Generaal Kusunose onder het kabinet-Yamamoto
van plan scheen.
Onder de voornemens van het kabinet ten opzichte der zeemacht
staat op den voorgrond het opruimen van alle corrupte elementen,
waarvan de aanwezigheid het z. g. marineschandaal hebben mogelijk
gemaakt. Volgens de „Jiji Shimpo", een der best aangeschreven bladen
te Tokyo, zou de nieuwe minister van financiën zich uitgelaten hebben,
dat reconstructie en uitbreiding der vloot eene voorname plaats op
het werkprogramma der nieuwe regeering zal innemen. Hieraan kan
toegevoegd worden, dat zoowel de nieuwe minister-president als een
ander lid van het kabinet, n. 1. de Heer Ozaki, minister van justitie,
blijkens hunne vroegere redevoeringen en geschriften, overtuigde
voorstanders van eene sterke vloot zijn en zich ook meermalen ten
gunste van expansie in zuidelijke richting uitgelaten hebben, zoodat
de stilstand, welke de crisis in de vernieuwing van het materieel
der zeemacht veroorzaakt heeft, spoedig geëindigd zal zijn. Het zal
581
I. M. T. 1914 39.