XX
XX
XX
Tactische oefening op de baart,
2e 5erie.
Oplossing van oefening No. 4.
In het verdedigingsbevel, opgenomen in de April-aflevering op
bladzijde 394 moet in punt 3 a instede van „bevestiging" worden
gelezen „beveiliging".
Mij kwam ter oore dat tegen het woord „verdedigingsbevel" door
velen bezwaar wordt gemaakt. Zij zouden het bevel willen noemen
„bevel tot het inrichten van een stelling". Toegegeven moet
worden, dat dit inderdaad aanbeveling had verdiend; „verdedigings
bevel" lijkt veel op „gevechtsbevel" en voor het uitgeven van een
„gevechtsbevel" werd de tijd nog niet rijp geacht.
Het om 12.30 n.m. door majoor B verzonden bericht kan den
Br. Ct. om 12.45 n.m. bereiken.
Aangenomen mag worden, dat op dat uur het terrein behoorlijk
is versterkt, dat in de vakken niet alleen de loopgraven voor de
tirailleurlinie behoorlijk zijn gemaskeerd en afwachtingsdekkingen
(met gemeenschapsloopgraven verbonden met de linie) zijn gemaakt,
maar dat ook tijd gevonden is voor het uitzetten van afstanden
in het voorterrein en het verbeteren van de communicatie achter
de stelling, zoodat de opmarsch van de algemeene reserve naar
de vakken en naar de Soedimampir op vlugge wijze is verzekerd,
terwijl ten slotte kan worden aangenomen dat de vakken en de
Soedimampir zoowel onderling als met den Br. Ct. telefonisch en
optisch zijn verbonden.
Behoudens de aanwezigheid van de tot dekking van de werk
zaamheden in het voorterrein uitgeschoven afdeelingen is bij
ontvangst van bovenbedoeld bericht van majoor B het front vóór
de stelling vrij.
Zoolang het nog dag is, is van af de Soedimampir en de hoogte
bij Tjihampelas 2 het sawahterrein W. van de lijn Gadobangkong—
paal 12 (op den weg van Gadobangkong naar het Zuiden) goed
te overzien. Bovendien zal de commandant van Inf. XX zeer
zeker in seingemeenschap staan met een bijvoorbeeld naar Tjimerang
gedirigeerde staande patrouille.
Op grond hiervan besluit de Br. Ct. tot het verkrijgen van meer
gegevens betreffende 'svijands plannen zijn Cavalerie te zenden
naar Tjoeroegagoeng om van daaruit te verkennen in een strook,
gevormd door de lijnen Tjoeroegagoeng—Bab. Tjiandjoer 1 en Tjoe-
603