Juni 1914.J
Uit de practijk.
Over het al of niet nuttige en noodzakelijke hiervan zijn de
deskundigen het nog niet eens en ik vermeen, dat deze vraag
tot nog toe onbeslist is. Ik heb zelf eenige jaren het San-
dowsysteem beoefend en ook wel met resultaat, doch ik durf
mij niet uit te spreken, of deze resultaten niet zouden ver
kregen zijn zonder dit psychisch moment.
Het valt niet te loochenen, dat de Duitsche gymnastiek
ook op resultaten kan wijzen, terwijl men hierbij toch ge
woonlijk meer denkt aan de oefening dan aan de spieren,
die daarbij geoefend worden.
Ik ben daarom van meening, dat de oefeningen toch wel
resultaat kunnen hebben, al is men er niet met alle aandacht
bij. Het lichaam is in elk geval gedurende langen tijd in
beweging.
ad b. Dit hangt samen met A. laatste alinea blz. 369. Voorgoed
onderlegde instructeurs (aannemende, dat wij die hebben) lijkt
mij dit geen groot bezwaar,
ad c. Dat dit als een bezwaar aangevoerd wordt, is de schuld van
de onvolledigheid van mijn artikel. Mijn bedoeling was niet
om in den vervolge nooit anders dan 40 minuten lang vrije
oefeningen te doen. Ik wil deze in hoofdzaak hebben en
dan zoo nu en dan voor afwisseling en voor toepassing
van het geleerde oefeningen aan de verschillende toestellen,
die het Zweedsche stelsel ook kent, als daar zijnevenwichts-
boom, polsspringen (hoog en ver), losspringen, loopoefeningen
en touwen. Zeer aanbevelenswaard zou zijn, bij wijze van
pionieroefening een hindernisbaan te laten vervaardigen en
dan daarop ook te oefenen (wat de Heer Walraven ook
aanbeveelt.)
ad d. Alles wil geleerd zijn, dus ook bovengenoemde oefeningen.
De eerste keeren gaat het natuurlijk niet goed, en kan men
het schema niet in den bepaalden tijd afwerken. Langzamer
hand zal dit echter wel komen. De Deensche propagandist
Müller voor kamergymnastiek vordert o.a. slechts één kwartier
voor zijne oefeningen (het bad tusschen de oefeningen in
begrepen) De beginneling heeft echter meer dan het
dubbele noodig, voor hij de vereischte routine heeft.
ad e. Zie ad c.
566