Korte (Ilededeelingen.
De kabinel5-u>i5seling in nerband mei den
miliiairpolitieken toestand in 3apan.
De Dal oan bet habinei-gamamoto.
Reeds in een vorig opstel werd de verwachting uitgesproken, dat
het kabinet-Yamamoto ten gevolge van het z. g. marineschandaal
een harden strijd te voeren zou hebben om zich staande te houden.
Het heeft dien strijd niet kunnen winnen, zoodat het den 24sten
Maart zijn ontslag aan den Keizer verzocht. Uit het hieronder
volgende overzicht moge blijken, dat in dit conflict partijbelang de
hoofdzaak was en niet een streven tot vermindering van de lasten,
welke het onderhouden van eene moderne zeemacht het Japansche
volk oplegt.
Het gebeurde was voor de oppositie een uiterst welkom middel
om de regeering aan te vallen, hetgeen met de gewone Japansche
heftigheid geschiedde.
Echter scheen het hevige optreden der oppositie geen duurzaam
succes te kunnen hebben, hoewel zij de groote persorganen der
hoofdstad achter zich had. Immers, van de 381 zetels der kamer
behoort de meerderheid, sterk 2c 5, tot de regeeringspartij, de
Seiyukai, terwijl de oppositie, hoewel in hare aanvallen tegen de
regeering eensgezind, in drie partijen verdeeld is, n.l. de Rikken
Doshikai met 92, de Kokuminto met 40 en de Chuseikai met 39
stemmen; bovendien 5 leden buiten partijverband. Zoolang derhalve
de Seiyukai de regeering trouw bleef, konden de aanvallen der
oppositie wel veel onrust en sensatie veroorzaken, doch het kabinet-
Yamamoto niet ten val brengen.
De Seiyukai vertoonde niet de minste neiging om tegen de
regeering partij te kiezen: eene motie van wantrouwen, door de
oppositie ingediend, werd den lOden Februari met 205 tegen 164
stemmen verworpen. Op denzelfden dag hadden min of meer ernstige
wanordelijkheden en rustverstoringen plaats als onmiddellijk gevolg
van door de oppositie op touw gezette monsterbetoogingenzij
werden echter op krachtige wijze onderdrukt.
Hoewel dus volstrekt niet gezind om aan het drijven der op
positie deel te nemen, begreep de Seiyukai, dat zij niet met de
regeering door dik en dun heen draven kon, waar de onbeduidende
belastingvermindering, in de ontwerp-begrooting in uitzicht gesteld,
577