Juii 1914. J Boekbeoordeeling. eilanden Het is dan ook merkwaardig, dat de schets van een oorlog op blz. 33 e. v. de voortreffelijkheid van de basis bij de Zutfen-eilanden tracht te doen uitkomen op grond, dat alsdan de overbrenging van een landingsleger naar Java door den vijand haast ondoenlijk wordt Ik meende, dat we een sterke vloot moesten hebben, omdat het leger aleen plaatselijk, dus niet alle belangrijke, nog minder alle deelen van den Archipel dekken kan. Overigens is die schets van het verloop van den oorlog zeer lezenswaardig, de Schr. laat den viiand een ingenieus operatieplan volgen, al let hij te weinig op den' tijd die verschillende maatregelen, met name de landing en de opmarsch zullen kosten. r Op blz. 49 e. v. maakt de Schr. dan eenige treffende opmerkingen over de keuze van de vlootbasis. De voorkeur van de S. C. voor de nabijheid van een bevolkingscentrum en van een rijk achterland is alleen dan te verklaren, als het geheele gewicht van de verde- diging op de vloot gelegd en van de verdediging te land tegen een landingsleger (niet tegen een coup de main) niets verwacht wordt. Anders heeft de gelande vijand bij het aanvallen van het landfront van de vlootbasis veel voordeel juist van dat bevolkings centrum en van het rijke achterland. Gelijk de Schr. zoo terecht opmerkt, zouden wij bij de verdediging aan de landzijde van een vlootbasis te Priok in de modder en de belegeraar in Weltevreden enz. zitten Eene dergelijke verdediging lag dan ook niet in het plan der S. C., toen zij de bovengenoemde eischen aan eene vlootbasis stelde, al heeft zij later niet geheel consequent aan hare stelling vastgehouden. In het nu volgende hoofdstuk over den opbouw van het verde digingsstelsel treft de volgende bewering: „Mijnen zijn een wapen voor den actieven, doorzettenden aan- valler. Een actieve, plaatselijke verdediging zal door een mijnenveld op de eigen terreinen evenzeer belemmerd worden als de aanval" En iets verder: „Beter 3 open deuren, waardoor men krijgertje kan spelen, dan 3 gesloten deuren, zonder ingang, maar ook zonder uitgang" Schr acht het dan ook verkeerd, dat Gen. De Greve Straat Soenda met mijnen wil versperren; hij vergete echter niet, dat in die ver sperring toch alleen aan ons bekende doorgangen zouden blijven en dat eene mijnversperring over een gedeelte en juist een minder diep gedeelte van de Straat in elk geval het voordeel zou hebben de vijandelijke schepen bij eene poging tot doorbraak, welke vooral bij nacht te verwachten zou zijn, te dwingen binnen 3 K M van het fort te passeeren, welke afstand anders 4,5 K. M. zou kunnen bedragen. Het voordeel zit daarbij minder in den kleineren afstand waarop gevuurd wordt, als wel in den langeren tijd, dien de door brekende schepen onder vuur van het fort zullen zijn. Het internationale karakter, door Schr. aan Straat Soenda toege- 716

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 104